Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Vita Natura B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 25 oktober 2021
ECLI:NL:RBLIM:2021:8632
Op staande voet ontslagen werkneemster overtreedt concurrentiebeding door klanten van ex-werkgeefster te benaderen en door producten te koop aan te bieden met daarop het logo van ex-werkgeefster.

Feiten

Werkneemster is op 5 januari 2009 in dienst getreden bij Vita Natura B.V. voor het vervullen van de functie van medewerker verkoop binnendienst. Op 5 december 2011 is haar functie gewijzigd in die van ‘leidinggevende callcenter’. De arbeidsovereenkomst bevat een non-concurrentiebeding met een werkingsduur van twee jaar na einde arbeidsovereenkomst en een daaraan gekoppeld boetebeding. Op 5 maart 2020 heeft Vita Natura werkneemster op staande voet ontslagen. Als dringende reden heeft Vita Natura aangevoerd dat werkneemster een grote hoeveelheid zakelijke (vertrouwelijke) e-mailberichten aan haar privé-e-mailaccount had verzonden en dat zij zonder toestemming producten en eigendommen van Vita Natura meegenomen had. Het ontslag is in rechte rechtsgeldig geoordeeld (zie AR 2021-0119). Werkneemster heeft vervolgens contact gezocht met een relatie van Vita Natura, met het verzoek een prijsopgave op te maken voor het afdrukken van etiketten van Vita Natura. Werkneemster is door de kantonrechter veroordeeld het gebruik van de (handels)naam en/of het logo van Vita Natura te staken en gestaakt te houden. Werkneemster verzoekt thans een verklaring voor recht dat zij niet (meer) gebonden is aan het concurrentiebeding dan wel dat het beding ‘zwaarder’ is gaan ‘drukken’.

Oordeel

Concurrentiebeding

Werkneemster beroept zich op een bij de arbeidsovereenkomst overeengekomen addendum en stelt dat het concurrentiebeding daarin opnieuw schriftelijk had moeten worden vastgelegd. De kantonrechter is het echter met Vita Natura eens dat dit addendum een door werkneemster vervaardigde vervalsing is. Het addendum bevat namelijk een handtekening van de bestuurder van Vita Natura, die bij nadere bestudering exact hetzelfde patroon vertoont als de handtekening die Vita Natura in een digitaal bestand van werkneemster heeft aangetroffen. Dat de bestuurder juist voor de belangrijke vastlegging van een functieverandering gebruik gemaakt zou hebben van haar meisjesnaam (hetgeen zij verder nooit deed) en terug zou grijpen op een digitale handtekening die aan haar gedateerde paspoort ontleend schijnt te zijn, is uiterst onwaarschijnlijk. Los van de authenticiteit van de handtekening van de bestuurder op het addendum en de daarin opgenomen wijziging van de functie van werkneemster naar die van bedrijfsleider, is van zwaarder drukken van het concurrentiebeding geen sprake. Het enkele (gestelde) feit dat de functie van werkneemster mettertijd wijziging onderging, is immers onvoldoende voor die conclusie. Voor ‘zwaarder drukken’ is nodig dat vast komt te staan dat het door een belangrijke functiewijziging voor werkneemster na het einde van de arbeidsovereenkomst moeilijker geworden is om, met inachtneming van het concurrentiebeding, een andere gelijkwaardige functie elders te verwerven. Werkneemster heeft daarover in het geheel niets gesteld. Het verzoek van werkneemster wordt afgewezen.

Tegenverzoek Vita Natura

De kantonrechter verbiedt werkneemster – op verzoek van Vita Natura – met onmiddellijke ingang om direct of indirect producten identiek aan die van Vita Natura en/of producten voorzien van een verpakking met daarop de naam dan wel het logo van Vita Natura aan te bieden dan wel te leveren aan klanten van Vita Natura. Ook wordt werkneemster verboden klanten van Vita Natura te benaderen met de bedoeling hen over te halen om bij haar klant te worden, een en ander op straffe van een dwangsom van € 25.000 per dag(deel) dat deze verboden overtreden worden. Voorts wordt werkneemster verboden gebruik te maken van foto’s/teksten/ontwerpen waarvan het auteursrecht berust bij Vita Natura, eveneens op straffe van een dwangsom van € 25.000 per dag(deel).