Naar boven ↑

Rechtspraak

Rechtbank Rotterdam, 26 januari 2021
Het melden van misstanden en het e-mailen van berichten door werkneemster naar zichzelf voor werkdoeleinden levert geen schending van het geheimhoudingsbeding op en vormt evenmin een dringende reden.

Feiten

Werkneemster is op 1 februari 2014 in dienst getreden bij werkgeefster. In de arbeidsovereenkomst is een nevenwerkzaamhedenbeding en een geheimhoudingsbeding opgenomen. Op 23 juni 2020 heeft werkgeefster werkneemster bericht dat zij signalen heeft ontvangen dat werkneemster nevenwerkzaamheden verricht. Werkgeefster heeft aangegeven dat dit een dringende reden vorm voor ontslag vormt en zij dit ook wil geven. Werkneemster krijgt wel de gelegenheid te reageren op de uitkomst van het onderzoek. Op 27 juli 2020 heeft werkgeefster werkneemster per e-mail bericht dat zij onder andere heeft geconstateerd dat werkneemster berichten over de bedrijfsvoering naar derden heeft gestuurd. Werkgeefster heeft werkneemster ontslag op staande voet verleend. Werkneemster verzoekt een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst in strijd met de wet is opgezegd en een billijke vergoeding.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag onverwijld is gegeven. Werkgeefster voert aan dat werkneemster berichten over de bedrijfsvoering naar derden heeft gestuurd. Werkgeefster heeft dit echter niet aangetoond. Wel heeft werkneemster erkend dat zij misstanden bij instanties heeft gemeld. Dit levert echter geen dringende reden voor ontslag op. Werkneemster zou verder berichten naar zichzelf hebben gemaild. Werkneemster heeft verklaard dat zij dit heeft gedaan omdat ze thuis werkte. Werkgeefster heeft ook niet aangetoond dat werkneemster bestanden naar zichzelf stuurde voor andere doeleinden dan werk. Ook dit levert dan ook geen dringende reden op en evenmin schending van het geheimhoudingsbeding. Verder stelt werkgeefster dat werkneemster een klant heeft benaderd om op eigen rekening werkzaamheden te verrichten en hiermee het nevenwerkzaamhedenbeding zou hebben geschonden. Werkneemster heeft dit betwist en gesteld dat zij toestemming had voor het verrichten van nevenwerkzaamheden. Werkgeefster wordt in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat werkneemster zonder toestemming werkzaamheden heeft verricht.

  • Instantie: Rechtbank Rotterdam
  • Datum uitspraak: 26-01-2021
  • Zaaknummer: 8730323 VZ VERZ 20-16745
  • Nummer: AR-2021-1523