Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 21 december 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:11783
Feiten
Werknemer treedt op 1 juli 2021 als IT-manager in dienst van Medical Test Service B.V. (hierna: MTS) tegen een salaris van € 3.120 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. Het betreft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd tot 1 januari 2022 en een arbeidsomvang van 32 uur per week. MTS is medio 2021 opgericht met de bedoeling vanaf 15 juli 2021 een doorstart te maken met een eerder in 2021 failliet gegaan teststraatbedrijf. Werknemer ontvangt op of omstreeks 1 juli 2021 een voorschotbetaling van € 1.200. Op 8 juli 2021 ontvangt werknemer een whatsappbericht van de bestuurder van MTS dat hij het bedrijf gaat verlaten. Het bericht bevat niet de mededeling dat de arbeidsovereenkomst met werknemer wordt opgezegd of beëindigd. Vanaf die datum heeft werknemer niet meer gewerkt. Er ontstaat discussie over de voorschotbetaling. Partijen slagen er niet in een minnelijke regeling te treffen. Op 23 november 2021 heeft MTS faillissement aangevraagd. Werknemer verzoekt primair vernietiging van de opzegging, wedertewerkstelling en loondoorbetaling en subsidiair onder meer toekenning van een billijke vergoeding en een transitievergoeding. MTS voert verweer door aan te geven dat de bestuurder op 8 juli 2021 werd geconfronteerd met afpersingen en bedreigingen, waardoor het bedrijf niet van start kon gaan.
Oordeel
De kantonrechter komt tot de conclusie dat op de dag van de mondelinge behandeling het faillissement nog niet was uitgesproken en daardoor de artikelen 25 en 27-29 FW niet van toepassing zijn en hij dus uitspraak kan doen met rechtskracht tegenover de boedel. Met betrekking tot de vraag of de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd komt de kantonrechter op grond van de inhoud van het whatsappbericht tot de conclusie dat werknemer dit bericht niet als een opzegging had hoeven op te vatten. Dat werknemer op de hoogte was van het feit dat het bedrijf geen doorgang kon vinden leidt volgens de kantonrechter niet tot een ander oordeel, omdat het beëindigen van de bedrijfsactiviteiten niet automatisch leidt tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst is daarom niet geëindigd en het verzoek tot vernietiging wordt afgewezen als ook het verzoek tot wedertewerkstelling. Dat werknemer vanaf 8 juli 2021 geen werkzaamheden heeft verricht komt voor wat betreft de loondoorbetaling voor risico van MTS. MTS wordt veroordeeld tot betaling van het loon vanaf 1 juli 2021 tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. De voorschotbetaling mag op het loon in mindering worden gebracht.