Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 11 januari 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:144
Feiten
Werknemer heeft in december 2016 stage gelopen bij AP Support en is vanaf 1 januari 2017 bij AP Support in dienst getreden. Tussen partijen gold een studiekostenregeling, die erop neerkwam dat AP Support de helft van de kosten van het zogeheten basisprogramma voor haar rekening nam en de andere helft voorschoot. De schuld vanwege het voorgeschoten bedrag werd, zolang werkgever bij AP Support in dienst bleef, in 23 maanden afgebouwd doordat AP Support iedere maand een evenredig deel van de schuld kwijtschold. Vanaf 1 december 2018 is werknemer voor onbepaalde tijd in dienst getreden. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst tegen 31 december 2019 opgezegd. Op dat moment was het opleidingstraject afgerond. AP Support heeft de opzegging bevestigd en werknemer gewezen op het concurrentiebeding. Werknemer is in dienst getreden bij een directe concurrent van AP Support. Partijen hebben in kort geding geprocedeerd. Bij vonnis in kort geding is het concurrentiebeding met ingang van 1 januari 2020 geschorst totdat in de procedure is beslist. AP Support vordert vernietiging van het vonnis en betaling van boetes.
Oordeel
De kantonrechter heeft op juiste gronden geoordeeld dat werknemer het concurrentiebeding heeft overtreden. Aan het hof ligt ter beoordeling voor of in verhouding tot het te beschermen belang van AP Support werknemer door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld. AP Support voert enkele belangen aan. Het belang van AP Support bij het terugverdienen van de investering in de opleiding van werknemer wordt echter al (deels) beschermd door het studiekostenregeling, zodat het concurrentiebeding daar geen of slechts beperkt bescherming tegen hoeft te bieden. AP Support heeft verder gesteld dat zij belang heeft bij het concurrentiebeding vanwege precedentwerking. Het hof oordeelt dat de werkgever een concurrentiebeding mag bedingen om het bedrijfsdebiet te beschermen. Het concurrentiebeding mag niet dienen om werknemers te binden. AP Support heeft geen feiten gesteld waaruit blijkt dat op andere wijze sprake is van aantasting van haar debiet door de overstap. Het belang van AP Support bij het voorkomen van precedentwerking is geen element dat rechtstreeks het bedrijfsdebiet van AP Support raakt. De belangenafweging valt uit in het voordeel van werknemer.