Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 1 december 2020
ECLI:NL:GHAMS:2020:3312
Feiten
Werknemer is op 15 mei 2018 in dienst getreden van MacBlauw Facility B.V. (hierna: MacBlauw) in de functie van medewerker TD. Op 20 november 2018 heeft werknemer zich voor de tweede keer in korte tijd ziek gemeld. Op 26 november 2018 heeft een verzuimbegeleider van de arbodienst een huisbezoek gebracht aan werknemer. Werknemer is diezelfde dag per direct op non-actief gesteld hangende een onderzoek naar wat volgens de arbodienst tijdens het huisbezoek was voorgevallen. De verzuimbegeleider heeft een dag later verklaard dat werknemer tijdens het huisbezoek boos is geworden en gedreigd heeft de verzuimbegeleider iets aan te zullen doen. Ook heeft werknemer de verzuimbegeleider door te slaan en te duwen uit zijn voortuin weggejaagd, aldus de verzuimbegeleider. Werknemer is op 27 november 2018 op staande voet ontslagen, kort gezegd op grond van geweldpleging en bedreiging van de verzuimbegeleider tijdens het huisbezoek op 26 november 2018. Op 28 november 2018 heeft de verzuimbegeleider aangifte gedaan bij de politie. Werknemer heeft in eerste aanleg verzocht om vernietiging van het ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft, na getuigen te hebben gehoord, geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven, omdat de dringende redenen die daaraan ten grondslag zijn gelegd niet zijn bewezen. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen van werknemer.
Oordeel
Het hof oordeelt als volgt. Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat bewezen wordt geacht dat werknemer tijdens het huisbezoek van 26 november 2018 geweld heeft gebruikt tegen de verzuimbegeleider. Het hof acht het relaas van de verzuimbegeleider over wat er zich die dag tijdens het huisbezoek tussen hem en werknemer heeft afgespeeld, gelet op de gedetailleerdheid ervan, geloofwaardig. Ook weegt mee dat de verzuimbegeleider – als externe partij – geen enkel belang heeft bij het verdraaien van de feiten en dat hij met goede bedoelingen bij werknemer op huisbezoek kwam. De verzuimbegeleider is in al zijn verklaringen (ook bij de politie) consistent geweest in relevante details zoals het aantal klappen dat werknemer hem heeft gegeven (drie), de plek daarvan (rug en nek) en verder de dreigende woorden die werknemer daarvóór al tegen hem had geuit, te weten dat werknemer ‘hem iets aan ging doen’. Hiertegenover staan de verklaringen onder ede van werknemer en diens moeder. Werknemer heeft evident een groot belang bij het ontkennen dat hij geweld heeft gebruikt tegen de verzuimbegeleider. De verklaringen van werknemer en zijn moeder leggen onvoldoende gewicht in de schaal om het bewijs dat voortvloeit uit de verklaring van de verzuimbegeleider te ontkrachten. Niet is aannemelijk geworden dat de moeder van werknemer – zoals zij stelt – vanuit het slaapkamerraam heeft kunnen zien wat zich heeft voorgedaan. Het hof acht het evident dat gebruik van geweld tegen een medewerker van de arbodienst in de uitoefening van zijn werk zonder enige aanleiding en deugdelijke reden, zoals in dit geval, een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. Het hof acht eveneens bewezen dat werknemer de verzuimbegeleider heeft bedreigd. De conclusie is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. De door MacBlauw verzochte verklaring voor recht hieromtrent wordt toegewezen.