Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/G4S Aviation Security B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 17 november 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:12417
Kort geding. Vordering tot loondoorbetaling tijdens ziekte wordt toegewezen. Uit deskundigenoordeel volgt dat eigen werk passend is en niet dat het aangeboden werk (ook) passend is.

Feiten

Werknemer is op 4 juli 2014 in dienst getreden bij G4S. De laatste functie die werknemer vervulde, is die van teamleider beveiliging. Werknemer is sinds 10 juli 2020 arbeidsongeschikt. In het advies van de bedrijfsarts van 4 juni 2021 geeft de bedrijfsarts conform de rapportage van de arbeidsdeskundige een opbouwschema. Bij e-mail van 8 juni 2021 heeft werknemer aan G4S geschreven dat hij nog niet aan re-integratie toe is en dat zijn medisch behandelaar dat ook vindt. Op 10 juni 2021 heeft werknemer per e-mail aangegeven dat hij bezig is met de aanvraag van een deskundigenoordeel. Op 14 juni 2021 heeft werknemer een deskundigenoordeel aangevraagd bij het UWV met de vraag: ‘Is het werk dat ik moet of wil doen passend?’. Bij e-mail van 2 juli 2021 heeft G4S aan werknemer geschreven dat vanaf 28 juni 2021 zijn loon wordt opgeschort en dat hij voor het niet-nakomen van de afspraken een officiële waarschuwing krijgt. Bij brief van 2 juli 2021 heeft de gemachtigde van werknemer G4S verzocht om het deskundigenoordeel van het UWV af te wachten en het salaris van werknemer door te betalen. Op 9 september 2021 heeft het UWV het gevraagde deskundigenoordeel gegeven. De conclusie van het arbeidsdeskundig rapport is dat het in juni 2021 aangeboden werk niet passend was. Werknemer vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening G4S veroordeelt tot betaling van zijn salaris vanaf 28 juni 2021. Hij legt aan de vordering ten grondslag dat uit het deskundigenoordeel in de e-mail van de arbeidsdeskundige van 8 september 2021 volgt dat G4S onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld als het gaat om de re-integratiebegeleiding. Ook volgt uit het deskundigenoordeel dat de aangeboden arbeid niet passend is. Daarom was er een grond om de loonbetaling te staken. G4S betwist de vordering. Zij voert aan dat sprake is geweest van een persoonsverwisseling en dat het deskundigenoordeel niet op juiste gegevens is gebaseerd. Het deskundigenoordeel klopt niet en daarom moet de loonvordering worden afgewezen. 

Oordeel

Het gaat in deze zaak om de vraag of G4S de loonbetaling aan werknemer terecht heeft opgeschort. De kantonrechter vindt dat dat niet zo is en dat G4S het loon vanaf 28 juni 2021 aan werknemer moet betalen. Dat wordt als volgt toegelicht. G4S heeft ter zitting aangevoerd dat de kantonrechter niet-ontvankelijk is om op de vordering van werknemer te beslissen, omdat geen sprake is van een zorgvuldig deskundigenoordeel. Uit artikel 7:629a lid 1 BW volgt dat een loonvordering moet worden afgewezen als bij die loonvordering geen deskundigenoordeel wordt overgelegd. De kantonrechter begrijpt dat G4S bedoelt dat werknemer gelet op artikel 7:629a lid 1 BW niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering (en niet dat de kantonrechter niet-ontvankelijk is). Vooropgesteld wordt dat werknemer bij de dagvaarding een deskundigenoordeel heeft overgelegd, zodat in beginsel aan artikel 7:629a lid 1 BW is voldaan. Uit lid 2 van voornoemd artikel volgt verder dat als het overleggen van een deskundigenoordeel in redelijkheid niet van de werknemer kan worden gevergd, lid 1 niet geldt. Voor zover het deskundigenoordeel als onzorgvuldig is aan te merken oordeelt de kantonrechter dat gelet op het spoedeisende karakter van de kortgedingprocedure, niet van werknemer kan worden gevergd een nieuw deskundigenoordeel af te wachten en over te leggen. Verder vindt de kantonrechter dat het deskundigenoordeel niet zodanig onzorgvuldig is dat op basis daarvan geen beslissing kan worden genomen op de loonvordering van werknemer. In deze procedure heeft G4S niet gesteld dat (en waarom) de aangeboden arbeid volgens haar, ondanks het deskundigenoordeel, wel passend was. Zij heeft alleen gewezen op de onzorgvuldigheid van het deskundigenoordeel. Met G4S is de kantonrechter van oordeel dat het deskundigenoordeel onzorgvuldig is, maar de onzorgvuldigheid ziet niet op het deel van het deskundigenoordeel over de passendheid van de aangeboden arbeid. Partijen zijn het erover eens dat de aangeboden arbeid was ‘thuis werkzaamheden op de computer verrichten’. Die arbeid heeft het UWV als niet passend beoordeeld. Nu niet is gesteld dat een ander (concreet) aanbod voor passende arbeid is gedaan is de conclusie dat de aangeboden arbeid niet passend was en dat G4S de loonbetaling niet mocht opschorten. Het had volgens de kantonrechter bovendien op de weg van G4S gelegen om na het incident met de laptop opnieuw de bedrijfsarts te raadplegen en werknemer te laten oproepen bij de bedrijfsarts. Vaststaat dat dat niet is gebeurd. De conclusie is dat de kantonrechter de loonvordering van werknemer toewijst.