Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 23 december 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:12415
Feiten
Werkneemster is sinds 29 januari 2002 in dienst bij Deka in de functie van eerste cassière. In het bedrijfsreglement van Deka is bepaald dat passende maatregelen, waaronder het einde van het dienstverband, kunnen worden getroffen als het reglement niet wordt opgevolgd. Ook is bepaald dat mobiele telefoons tijdens werktijd niet mogen worden gebruikt. Verder is (o.a.) in het reglement een regeling opgenomen ten aanzien van privéaankopen in de winkel, het nuttigen van producten en cameratoezicht bij bijzondere situaties. Ook staat in het reglement dat bij diefstal altijd de politie wordt ingeschakeld en dat ontslag op staande voet volgt. Tijdens een controle eind juli 2021 is vastgesteld dat er meer retouren op de kassa stonden dan gebruikelijk en dat deze retouren ook handmatig hadden plaatsgevonden in plaats van via een klantenbon, zonder dat er klanten bij de kassa stonden. Ook zijn negatieve kasverschillen geconstateerd. Naar aanleiding daarvan heeft Deka onderzoeksbureau SecMan B.V. (hierna: SecMan) ingeschakeld. Omdat de handelingen bij de kassa niet goed waarneembaar waren op de vaste camera’s, heeft Deka in overleg met SecMan eind juli 2021 een heimelijke camera geplaatst gericht op de kassa. Met deze camera zijn gedurende enkele weken opnamen gemaakt. SecMan heeft de camerabeelden geanalyseerd en daarvan een rapportage opgesteld. Op 15 september 2021 heeft een gesprek met werkneemster plaatsgevonden met een medewerker van SecMan en een HR-functionaris van Deka. Er is toen gesproken over het onderzoek en werkneemster heeft haar kant van het verhaal verteld. Aan het einde van het gesprek is aan werkneemster meegedeeld dat zij werd geschorst. Bij brief van haar gemachtigde van 22 september 2021 heeft werkneemster verzocht de schorsing te beëindigen en de loonbetaling te hervatten. In reactie daarop heeft Deka bij e-mail van 24 september 2021 meegedeeld dat zij een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal laten opstellen. Deka verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen Deka en werkneemster op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, primair wegens (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten en subsidiair wegens een verstoorde arbeidsverhouding, zonder aan werkneemster een transitievergoeding toe te kennen. Werkneemster verweert zich tegen het verzoek en voert aan dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.
Oordeel
Deka heeft aan de verzochte ontbinding ten grondslag gelegd dat werkneemster meerdere keren zonder toestemming croissants uit de winkel van Deka heeft weggenomen en genuttigd zonder deze af te rekenen en daarbij meerdere malen in strijd heeft gehandeld met de bij Deka geldende bedrijfsregels (zoals neergelegd in het bedrijfsreglement). De kantonrechter neemt als vaststaand aan dat het bedrijfsreglement van Deka op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Weliswaar heeft werkneemster ter zitting aangevoerd dat ze zich niet kan herinneren dat zij dit reglement heeft gekregen, maar zij heeft de toepasselijkheid van dit reglement op de arbeidsovereenkomst op zichzelf niet (of in ieder geval onvoldoende gemotiveerd) betwist. Evenmin heeft zij betwist dat dit reglement kan worden geraadpleegd op de selfservicepagina van het intranet, waartoe alle medewerkers van Deka toegang hebben, en dat de medewerkers ook geregeld op de bedrijfsregels worden gewezen door nieuwsbrieven en via het mededelingenbord. Er moet dan ook van uit worden gegaan dat werkneemster met die regels bekend was of had kunnen zijn. Ter onderbouwing van haar verzoek heeft Deka camerabeelden in het geding gebracht. Volgens werkneemster mogen die camerabeelden in deze procedure niet worden gebruikt, omdat de inzet van de betreffende camera onrechtmatig is. De kantonrechter volgt dat standpunt niet. Deka stelt zich op het standpunt dat werkneemster niet voor de croissants heeft betaald en dat dus sprake is van diefstal (of verduistering). De bewijslast rust op Deka. Voor zover werkneemster de bedrijfsregels niet heeft nageleefd ziet de kantonrechter daarin (anders dan Deka) geen reden de bewijslast om te keren. Tussen partijen is niet in geschil dat werkneemster de betreffende croissants uit de winkel heeft gepakt, deze heeft aangeslagen op de kassa als contant betaald en hiervoor een bon heeft uitgeprint. Ook staat tussen partijen vast dat op de in het geding gebrachte camerabeelden niet is te zien dat werkneemster het geld voor de croissants in de kassalade doet. Uit deze feiten en omstandigheden kan naar het oordeel van de kantonrechter niet worden geconcludeerd dat werkneemster niet voor de croissants heeft betaald. Naar het oordeel van de kantonrechter is de gestelde diefstal niet vast komen te staan. De conclusie is dat de kantonrechter de ontbindingsverzoeken van Deka zal afwijzen en dat de arbeidsovereenkomst dus niet zal worden ontbonden.