Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 8 november 2019
ECLI:NL:RBAMS:2019:8397
Geen schending van de op het pensioenfonds rustende informatieplicht bij het wijzigen van omrekenfactoren.

Feiten

Werknemer is werkzaam geweest bij KLM en heeft als deelnemer in het pensioenfonds KLM pensioenaanspraken opgebouwd. Tussen werknemer en pensioenfonds KLM geldt het pensioenreglement 2006. Door middel van Uniforme Pensioen Overzichten (hierna: UPO’s) heeft pensioenfonds KLM werknemer geïnformeerd dat het jaarlijks te bereiken bruto-ouderdomspensioen met ingang van 27 juli 2017 meer dan € 86.000 per jaar zou bedragen. Bij deze berekening van het ouderdomspensioen is uitgegaan van omrekenfactoren die golden tot 1 juli 2017. In december 2016 heeft het bestuur van pensioenfonds KLM besloten de omrekenfactoren in het pensioenreglement te wijzigen met ingang van 1 juli 2017. In een brief van 12 december 2016 heeft pensioenfonds KLM aan werknemer onder meer bericht dat hij met ingang van 27 juli 2017 (AOW-leeftijd) pensioen gaat ontvangen en heeft het pensioenfonds informatie verstrekt over de hoogte van het pensioen. In de brief is voorts vermeld dat het definitieve pensioen van werknemer wordt berekend op de pensioendatum aan de hand van de dan geldende factoren. In een nieuwsflits van pensioenfonds KLM van januari 2017 is vermeld dat de omrekenfactoren per 1 juli 2017 zullen wijzigen. Door die wijziging is de pensioenuitkering per 27 juli 2017 uiteindelijk lager dan is vermeld in de aan werknemer verstrekte UPO’s. Werknemer vordert veroordeling van pensioenfonds KLM tot onder meer uitkering van een levenslang ouderdomspensioen van € 82.153,00 bruto per jaar met ingang van 30 juni 2017. Werknemer stelt hiertoe dat hij op zijn AOW-leeftijd met pensioen is gegaan en dat hij deze keuze heeft gemaakt aan de hand van de verstrekte UPO’s. Werknemer stelt zich op het standpunt dat pensioenfonds KLM niet aan zijn informatieverplichting heeft voldaan ten aanzien van het wijzigen van de omrekenfactoren en de gevolgen daarvan voor werknemer.

Oordeel

Het gaat in deze procedure om de vraag of pensioenfonds KLM tegenover werknemer aan zijn informatieverplichtingen heeft gedaan. Werknemer beroept zich daarbij allereerst op artikel 21 PW. Dat artikel regelt de informatieplicht bij wijziging in een pensioenovereenkomst (de overeenkomst tussen werkgever en werknemer). De kantonrechter overweegt dat de omrekenfactoren zijn opgenomen in het pensioenreglement (deze geldt tussen de pensioenuitvoerder en de werknemer/deelnemer) en dat de bevoegdheid tot wijziging van die factoren ligt bij pensioenfonds KLM. Daar ligt geen wijziging van de pensioenovereenkomst aan ten grondslag, zodat artikel 21 PW in dit geval niet geldt. Ten aanzien van de vraag of Pensioenfonds KLM informatie diende te verstrekken over het feit dat de omrekenfactoren zouden wijzigen en wat de eventuele gevolgen daarvan zijn, wordt het volgende overwogen. Anders dan pensioenfonds KLM heeft gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat pensioenfonds KLM wel informatie diende te verstrekken over de wijziging van de omrekenfactoren. Een wijziging van die factoren kan namelijk gevolgen hebben voor de pensioenaanspraken. Nadat het bestuur had besloten de omrekenfactoren te wijzigen heeft het daarover ook direct, en dus tijdig, informatie verstrekt en daarbij aangekondigd dat de hoogte van de pensioenuitkering anders kan zijn. De wijze waarop die informatie door pensioenfonds KLM is verstrekt volstaat en die informatie hoefde niet uitgebreider te zijn. De feitelijke gevolgen per individu worden verwerkt in de UPO’s of in een overzicht van de voorlopige pensioenaanspraken die worden verstrekt als een deelnemer met pensioen gaat. Het pensioenfonds hoefde, anders dan werknemer heeft betoogd, ook geen vergelijking te maken met de pensioenaanspraken die werknemer zou hebben als hij vóór 1 juli 2017 met pensioen zou gaan, namelijk gebaseerd op de tot 1 juli 2017 geldende omrekenfactoren. Dat heeft immers het karakter van een pensioenadvies en zo ver strekt de informatieplicht van pensioenfonds KLM niet. De kantonrechter komt tot de slotsom dat werknemer vooraf is geïnformeerd over het pensioen dat hij feitelijk zou gaan ontvangen op het moment dat hij met pensioen zou gaan, op grond van de op dat moment bij pensioenfonds KLM bekende gegevens. Daarmee heeft pensioenfonds KLM voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 43 PW. De vordering van werknemer wordt afgewezen.