Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 10 maart 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:777
Feiten
Werknemer is sinds 3 april 2018 bij werkgever in dienst. Op 26 april 2021 heeft werkgever werknemer op staande voet ontslagen, omdat werknemer moedwillig diverse auto’s ‘gesaboteerd’ zou hebben. In eerste aanleg heeft werknemer verzocht om een verklaring voor recht dat de opzegging in strijd is met de wet en betaling van diverse vergoedingen gevorderd. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Werknemer komt tegen de beschikking in hoger beroep.
Oordeel
Werkgever heeft aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegd dat werknemer op 21 april 2021 moedwillig een Opel Corsa heeft gesaboteerd, in de zin dat hij de carterplug heeft losgedraaid waardoor de olie uit de auto is gelekt. Op de camerabeelden te zien dat werknemer aan de voorzijde van Opel knielt en eronder kijkt. Dan gaat hij met zijn linkerhand onder de auto en verricht een handeling bij de carterplug. Dit duurt enkele seconden. Het hof acht het niet geloofwaardig dat werknemer dat in het kader van een controle van de werkzaamheden van monteur X heeft gedaan. De auto was klaar gezet aan de overkant van de weg, gereed voor aflevering. Naar het oordeel van het hof staat voldoende vast dat werknemer de carterplug heeft losgedraaid. Het hof heeft de mogelijkheid onder ogen gezien dat er een andere verklaring is voor de olielekkage bij de Opel Corsa, maar die is niet gebleken. Het losdraaien van de carterplug door werknemer waardoor de olie uit de auto is gelekt kan naar het oordeel van het hof worden gekwalificeerd als het moedwillig saboteren van de auto. Hiermee heeft werknemer de auto immers onklaar gemaakt. Hij kan dit niet anders dan bewust hebben gedaan. Hij heeft deze handeling buiten de werkplaats verricht, uit het zicht van zijn collega’s. Niet behoeft te worden achterhaald met welk motief werknemer dit heeft gedaan. Het ontslag is rechtsgeldig. De bestreden beschikking wordt bekrachtigd.