Naar boven ↑

Rechtspraak

De Staat/werknemer
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 17 maart 2022
ECLI:NL:RBNHO:2022:2965
Ontbinding arbeidsovereenkomst douaneambtenaar wegens ernstig verwijtbaar handelen na een schriftelijke waarschuwing en berisping wegens het zonder toestemming gebruik maken van een dienstauto en een zakelijke OV-chipkaart voor privéaangelegenheden. Ook heeft de douaneambtenaar verzwegen dat hij onder invloed en zonder geldig rijbewijs heeft gereden, zonder werkgever openheid van zaken te geven.

Feiten

Werknemer is sinds 1 april 2021 in dienst bij de Staat en is op basis van een proefplaatsing werkzaam bij de Douane voor de duur van een jaar, tot en met 31 maart 2022. Tijdens de proefplaatsing heeft werknemer op 1 februari 2021 gebruikgemaakt van de dienstauto om broodjes te halen, terwijl hij geen toestemming had voor het gebruik van de dienstauto’s en niet beschikte over de daarvoor benodigde GRA-pas. Op 10 mei 2021 is werknemer met de dienstauto sigaretten gaan halen; hij heeft hiervoor op 10 mei 2021 een schriftelijke waarschuwing gehad. Tussen 5 en 20 juni 2021 heeft werknemer voor privédoeleinden gereisd met zijn zakelijke OV-chipkaart. Op 24 augustus 2021 is werknemer hierop aangesproken. Werknemer heeft in de nacht van 12 op 13 september 2021 onder invloed van alcohol een voertuig bestuurd en aan de Staat gemeld dat hij het slachtoffer is geworden van zinloos geweld. Op 28 september 2021 heeft werknemer met zijn leidinggevende en een adviseur juridische zaken een gesprek gehad over deze gebeurtenissen. Werknemer is bij brief van 28 september 2021 per direct geschorst door de Staat. Op 11 november 2021 heeft nogmaals een gesprek plaatsgevonden. De Staat verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. Werknemer heeft op 10 mei 2021 zonder geldig rijbewijs een dienstauto bestuurd, onvolledige en onjuiste verklaringen afgelegd over zijn afwezigheid op 13 september 2021 en zich brutaal opgesteld tegen politieambtenaren. Daardoor heeft werknemer in strijd gehandeld met de Wegenverkeerswet, de beginselen van goed werknemerschap, het personeelsreglement, de Gedragscode Integriteit Rijk en de kernwaarden van de Douane. Ook heeft werknemer de op hem als ambtenaar rustende verplichtingen geschonden, waardoor volgens werkgever sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de arbeidsovereenkomst die een ontbinding op grond van artikel 7:686 BW rechtvaardigt. Werknemer heeft geen verweer gevoerd tegen het ontbindingsverzoek en heeft verklaard dat alles wat de Staat hem verwijt, waar is. 

Oordeel

Volgens de kantonrechter is een redelijke grond voor ontbinding aanwezig, omdat werknemer eerder is gewaarschuwd dat hij gebruikmaakte van de dienstauto zonder dat hij toestemming had. Werknemer is bovendien niet eerlijk geweest tegen werkgever over het rijden onder invloed van alcohol en zonder geldig rijbewijs. Werknemer heeft bij de politie duidelijk gemaakt dat hij bij de Douane werkte. Zelfs na twee gesprekken heeft werknemer verzwegen dat hij onder invloed en zonder rijbewijs had gereden. Mede gelet op de positie van werknemer als ambtenaar, had het op zijn weg gelegen om openheid van zaken te geven nadat zijn werkgever daarom heeft verzocht. Dat werknemer heeft nagelaten openheid van zaken te geven, vindt de kantonrechter ernstig verwijtbaar en reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer heeft niet alleen verwijtbaar heeft gehandeld, maar de ontbinding is ook het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. Werknemer heeft welbewust gehandeld en hij moet zich van zijn gedrag bewust zijn geweest. Als gevolg hiervan heeft werknemer geen recht op een transitievergoeding of billijke vergoeding. De Staat heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld. De proceskosten komen voor rekening van werknemer.