Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 3 mei 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:1408
Toewijzen schadevergoeding wegens nalaten zorg te dragen voor aanmelding van werknemer bij het pensioenfonds en voor afdracht van premies. Werknemer heeft twee jaar geen pensioen opgebouwd.

Feiten 

Werknemer is vanaf 1 augustus 2012 in dienst bij werkgeefster, laatstelijk in de functie van bedrijfsleider-inkoper. In de arbeidsovereenkomst van 1 augustus 2012 en van 1 februari 2013 is een bepaling opgenomen omtrent pensioenafdracht. Werkgeefster zal zorgdragen voor de afdracht van premies bij het pensioenfonds. Op het loon van werknemer is geen werknemersbijdrage pensioenpremie ingehouden en werkgeefster heeft geen werkgeverspremies afgedragen. In de derde arbeidsovereenkomst d.d. 1 februari 2014 is geen bepaling opgenomen over pensioen. Bij aangetekende brief van 25 februari 2019 heeft werknemer werkgeefster in gebreke gesteld. In eerste aanleg heeft werknemer gevorderd dat werkgeefster wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 3.302,57 met wettelijke rente. Volgens werknemer heeft werkgeefster nagelaten zorg te dragen voor aanmelding van werknemer bij het pensioenfonds en voor afdracht van premies. Werkgeefster heeft gevorderd dat, indien de vordering van werknemer wordt toegewezen, werknemer wordt veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag aan werknemerspremies dat correspondeert met de verplichtingen voortvloeiend uit de deelname aan de pensioenregeling. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer toegewezen, omdat werkgeefster is tekortgeschoten in haar verplichting om het pensioen van werknemer onder te brengen en werkgeverspremie af te dragen. In hoger beroep vordert werkgeefster vernietiging van het vonnis van de kantonrechter, dat de vordering van werknemer wordt afgewezen en haar vordering wordt toegewezen. 

Oordeel

Volgens het hof is geen sprake van verjaring van de vordering. Volgens werkgeefster heeft werknemer het aanbod tot deelname aan de pensioenregeling niet aanvaard, omdat hij het deelnameformulier niet heeft geretourneerd. Volgens het hof heeft werkgeefster onvoldoende gesteld om te kunnen aannemen dat bij werknemer de wil ontbrak om een pensioenovereenkomst aan te gaan. Volgens werknemer heeft hij wel het deelnameformulier ingevuld en geretourneerd. In de e-mail van 3 februari 2014 heeft werknemer gemeld dat geen enkele actie is ondernomen naar aanleiding van het ingevulde deelnameformulier. Volgens het hof mocht werkgeefster er niet zonder meer op vertrouwen dat werknemer niet wilde deelnemen aan de pensioenregeling. Niet valt in te zien dat het niet-nakomen van de pensioenovereenkomst met werknemer werkgeefster ontslaat van de wettelijke onderbrengverplichting, temeer nu die verplichting strekt tot aanvulling van de verplichtingen uit de pensioenovereenkomst en werkgeefster juist door onderbrenging aan zijn verplichtingen uit de pensioenovereenkomst voldoet. Werknemer heeft twee jaar geen pensioen opgebouwd door het nalaten van werkgeefster. Nu werkgeefster niet heeft voldaan aan haar verplichting tot onderbrenging en premieafdracht, is zij jegens werknemer toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst en de pensioentoezegging tussen partijen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.