Naar boven ↑

Rechtspraak

Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers/Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 2 juni 2022
ECLI:NL:RBAMS:2022:3029
KLM mag kandidaat-vliegers niet langer vragen naar vaccinatiestatus. Ongerechtvaardigde inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (artikel 8 EVRM).

Feiten

VNV is een vakvereniging die onder meer de belangen van vliegers behartigt die in dienst zijn van KLM. Zij behartigt tevens de belangen van leden die kandidaat zijn om bij KLM in dienst te treden. Gedurende de coronapandemie heeft KLM enige tijd geen nieuwe vliegers aangenomen. Thans zijn er weer een vijftigtal plaatsen vrij en is KLM weer begonnen met het benaderen van toekomstige vliegers. In zogenoemde ‘let’s connect’-gesprekken met potentiële vliegers is namens KLM, in sommige gesprekken, gevraagd of een kandidaat volledig gevaccineerd is tegen COVID-19. Ingeval een kandidaat had aangegeven niet volledig gevaccineerd te zijn of daartoe bereid te zijn, of geen antwoord had willen geven op de vraag, dan was dit reden om de betreffende kandidaat geen aanstelling als vlieger bij KLM aan te bieden omdat deze in dat geval niet op iedere bestemming kan vliegen, gelet op de reisrestricties in sommige landen. VNV vordert in kort geding KLM met onmiddellijke ingang te verbieden bij kandidaat-vliegers op enigerlei wijze informatie in te winnen en/of te gebruiken omtrent de vaccinatiestatus tegen corona en/of om kandidaten af te wijzen omdat zij aangeven niet gevaccineerd te zijn en/of geen vaccinatie willen nemen. KLM voert aan dat zij enkel vraagt of de vliegers volledig inzetbaar zijn, waarvan een vaccinatie tegen corona volgens KLM deel uitmaakt.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat het vragen naar en eisen van een vaccinatie tegen corona een niet gerechtvaardigde inbreuk oplevert van de grondrechten van de kandidaat-vliegers. Met het verlangen van een vaccinatie tegen corona maakt KLM inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (artikel 8 EVRM) van de kandidaat-vliegers. Het besluit om je al dan niet te laten vaccineren is immers iets wat bij uitstek behoort tot deze persoonlijke levenssfeer. Het van de kandidaat-vlieger verlangen dat hij gevaccineerd is en een positief antwoord geeft op die vraag naar de vaccinatiestatus maakt daarop derhalve een inbreuk. Een dergelijke inbreuk kan onder omstandigheden gerechtvaardigd zijn. Gekeken dient te worden naar het legitieme doel, of het middel om dat doel te bereiken geschikt is, en of wordt voldaan aan het proportionaliteits- en subsidiariteitscriterium. Het doel dat KLM wenst te bereiken door van de kandidaat-vliegers een coronavaccinatie te verlangen is kort gezegd dat KLM, met inachtneming van de cao-afspraken en rekening houdend met de reisrestricties van de reeds in dienst zijnde vliegers, de planning van de vliegers rond kan blijven krijgen. Voorshands is de kantonrechter van oordeel dat dit zou kunnen worden beschouwd als een legitiem doel. Dat doel kan mogelijk ook worden bereikt met de door KLM toegepaste maatregel, namelijk door een vaccinatie van de toekomstige vliegers te verlangen. Deze maatregel voorkomt echter niet dat de kandidaat-vliegers na indiensttreding toch op enig moment een reisrestrictie zullen hebben. Dat kan om een hele andere (medische) reden zijn of omdat de coronamaatregelen wijzigen, maar ook de visie van een vlieger op de coronavaccinaties kan wijzigen nadat hij in dienst is gekomen en de vlieger alsnog afziet van nieuwe noodzakelijke vaccinaties tegen corona. Zelfs indien het middel geschikt is om het beoogde doel van KLM te bereiken, hetgeen in dit geding geenszins aannemelijk is geworden, geldt naar voorlopig oordeel van de kantonrechter dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat het middel proportioneel is en ook is niet aannemelijk geworden dat is voldaan aan het subsidiariteitsvereiste. Evident is dat de belangen van de kandidaat-vliegers in onderhavige zaak groot zijn, nu deze zien op een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Het belang van KLM om haar planning met inachtneming van de cao-afspraken rond te krijgen en om haar bedrijfsvoering zo goed mogelijk in te richten is eveneens aanwezig, maar weegt niet zo zwaar als deze rechten van de kandidaat-vliegers. Dit geldt temeer nu VNV heeft aangevoerd dat er alternatieven zijn waar de kandidaat-vliegers én veel van de reeds bij KLM werkzame vliegers aan mee willen werken, zoals het doen van (pcr-)testen, waarmee het doel van een werkzame planning ook bereikt kan worden. Ook heeft VNV ter terechtzitting afdoende toegelicht dat ook de wijze waarop de KLM op dit moment de reisrestricties voor de bestaande vliegers heeft gedefinieerd, in overleg met VNV aanzienlijk verbeterd kan worden, waardoor het gesignaleerde probleem in de planning verholpen kan worden. In het licht van het voorgaande heeft KLM onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij, als zij enkele kandidaat-vliegers aanneemt die niet gevaccineerd zijn, op een personeelsbestand van ruim 3000 vliegers zodanig in de problemen komt dat zij de planning niet meer rond kan krijgen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat de door de KLM genomen maatregel proportioneel is en dat het door de KLM beoogde doel niet op een andere wijze bereikt kan worden. KLM maakt aldus een ongerechtvaardigde inbreuk op de rechten van de kandidaat-vliegers. Dat betekent dat de vordering van VNV om – kort gezegd – KLM te verbieden naar de vaccinatiestatus te vragen van kandidaat-vliegers toewijsbaar is.