Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 24 mei 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:1655
Feiten
Werknemer is op 3 oktober 2016 bij Adede B.V.B.A. (hierna: Adede) in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van senior archeoloog/KAM/assistent OCE. Op 18 oktober 2018 heeft werknemer zich ziek gemeld, waarna Adede is gestopt met het betalen van salaris. In een brief van 21 december 2018 heeft Adede aan werknemer bericht dat de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang definitief zal worden verbroken wegens sluiting Adede Nederland en aan werknemer is een aanbod voor een andere functie gedaan. In kort geding is Adede veroordeeld tot betaling van het achterstallig salaris aan werknemer. Volgens werknemer is door de brief van 21 december 2018 geen einde aan de arbeidsovereenkomst gekomen, moet zijn loon worden doorbetaald tot 18 oktober 2018 en daarna voor 70% tot het einde van zijn arbeidsovereenkomst. Werknemer is van mening dat hij recht heeft op loondoorbetaling na zijn ziekmelding op 18 oktober 2018. De kantonrechter heeft geoordeeld dat werknemer had moeten en kunnen begrijpen dat de arbeidsovereenkomst per 21 december 2018 was opgezegd. Adede is volgens de kantonrechter onder meer gehouden tot doorbetaling van het loon (70%) tot 21 december 2018. Werknemer is in hoger beroep gegaan.
Oordeel
Volgens het hof had Adede de wil tot opzegging van de arbeidsovereenkomst en deze wil heeft zich geopenbaard in de brief van 21 december 2018 door de volgende zin: “Dit impliceert dat onze huidige arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang definitief zal worden verbroken”. Ook heeft Adede een nieuw contract aangeboden aan werknemer. Werknemer heeft gesteld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst moet worden vernietigd. Werknemer wordt in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard omdat hij voor het eerst in hoger beroep heeft gesteld dat de opzegging moet worden vernietigd. De kosten van het rapport van de bedrijfsarts komen voor rekening voor Adede. Adede heeft nagelaten om in de periode tussen 18 oktober 2018 en 21 december 2018 een bedrijfsarts in te schakelen, waardoor werknemer zelf een rapport door een bedrijfsarts heeft laten opstellen.