Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 23 juni 2022
ECLI:NL:RBOBR:2022:2584
Feiten
De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche (hierna: Bpf Reisbranche) is een bedrijfstakpensioenfonds in de zin van de Wet Bpf 2000. Deelneming in Bpf Reisbranche is verplicht gesteld. De onder de verplichtstelling vallende ondernemingen zijn de ondernemingen die zich uitsluitend of in hoofdzaak bewegen op het gebied van de reisbranche. Een (deel van de) onderneming wordt geacht in hoofdzaak het bedrijf van reisorganisator/reisagent uit te oefenen, indien meer dan 50% van de loonsom in de desbetreffende onderneming (of een onderdeel daarvan) daaraan moet worden toegeschreven. HaDer Development B.V. (hierna: Hader) is opgericht op 9 juli 2014 en is volgens haar KVK-inschrijving actief op het gebied van ‘overige zakelijke dienstverlening’. Prijsvrij.nl B.V. (hierna: Prijsvrij) is opgericht in 2011 en is volgens haar KVK-inschrijving actief op het gebied van reisbemiddeling en reisorganisatie. Hader en Prijsvrij hebben dezelfde bestuurder en dezelfde aandeelhouders. Hader en Prijsvrij zijn op 7 juli 2014 een ‘Service Level Agreement’ (SLA) en een ‘Software & IP License Agreement’ (SIA) overeengekomen. Hierin is – kort gezegd – bepaald dat Hader voor Prijsvrij een digitaal platform ontwikkelt en onderhoudt voor Prijsvrij ten behoeve van het boeken van vakanties. Prijsvrij betaalt Hader in het kader van de SLA voor het gebruik van het digitale platform een bedrag per jaar als ook een variabel bedrag per boeking. Verder betaalt Prijsvrij een bedrag per door personeel van Hader voor Prijsvrij gewerkt uur. Hader had ten tijde van de mondelinge behandeling op 14 juni 2021 ongeveer 80 werknemers in dienst. Prijsvrij heeft geen werknemers in dienst. Tussen Hader en Bpf Reisbranche is thans in geschil of Hader valt onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit en of zij derhalve gehouden is achterstallige premies te voldoen. Hader heeft in dat kader een aantal verklaringen voor recht gevorderd. In het tussenvonnis (zie AR 2022-0735) heeft de kantonrechter geoordeeld dat de werkzaamheden van Hader, waar het gaat om Prijsvrij, aan te merken zijn als die van een reisagent in de zin van het verplichtstellingsbesluit, maar dat nog wel getoetst moet worden aan het in dat besluit genoemde hoofdzaakcriterium. De kantonrechter heeft Hader in de gelegenheid gesteld hierover nadere informatie in het geding te brengen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat Hader voldoende feitelijke gegevens heeft verstrekt ter motivering van haar betwisting dat aan het hoofdzaakcriterium is voldaan. De kantonrechter volgt Hader derhalve in die betwisting. Zij heeft hierbij mede betrokken dat, gelet op de door Hader overgelegde stukken, de werkzaamheden die Hader voor Prijsvrij heeft verricht in de door Bpf Reisbranche in aanmerking genomen jaren steeds (ruim) onder de 50% is gebleven. Hiermee is tevens de vraag beantwoord of Hader onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit valt; dat is dus niet het geval. Hader is geen (online) reisagent in de zin dat zij in hoofdzaak (meer dan 50% van de loonsom) het bedrijf van reisorganisator en/of reisagent uitoefent of in (een van) de jaren 2014 tot en met 2020 heeft uitgeoefend. Hader is dus niet verplicht om deel te nemen aan het bedrijfstakpensioenfonds en hoeft geen pensioenpremies af te dragen aan Bpf Reisbranche. De verklaringen voor recht worden toegewezen.