Naar boven ↑

Rechtspraak

X/werknemer c.s.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 2 augustus 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:2684
Indirect bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor schade vanwege niet tot stand brengen door vennootschap van pensioenregeling en het niet afstorten van pensioenpremies.

Feiten

Zeven werknemers zijn tot 16 oktober 2015 werkzaam geweest bij Stichting PTC+ (hierna: de stichting). De stichting exploiteerde het Expertisecentrum Buitengebied en Dierhouderij alsmede een hostel. Op 16 oktober 2015 heeft de stichting de activa van het expertisecentrum verkocht en geleverd aan PETC+ B.V. en de activa van het hostel verkocht en geleverd aan Horeca Hegelsom B.V. (hierna: de overname). Ten tijde van de overname was Vita Frui B.V. enig aandeelhouder en bestuurder van PETC+. Op 30 mei 2016 is Hagilo B.V. opgericht. Vanaf die datum was Hagilo bestuurder en enig aandeelhouder van PETC+; Vita Frui was vanaf die datum bestuurder en enig aandeelhouder van Hagilo. De heer X was meerderheidsaandeelhouder en alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van Vita Frui sinds 12 oktober 2015. PETC+ is op 28 februari 2017 op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard. Op 9 maart 2017 heeft de curator de arbeidsovereenkomsten met de zeven werknemers opgezegd. Werknemers zijn bij de overname van rechtswege bij PETC+ in dienst getreden (artikel 7:663 BW). Op grond van de arbeidsovereenkomsten alsmede de daarop toepasselijke cao was PETC+ verplicht een pensioenvoorziening voor haar werknemers te realiseren door het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst met ABP dan wel een vergelijkbare pensioenuitvoerder. PETC+ heeft dit niet gedaan. PETC+ heeft wel vanaf de overname maandelijks het werknemersdeel van de pensioenpremie ingehouden op de salarissen van werknemers, maar heeft nooit pensioenpremie afgedragen aan een pensioenverzekeraar (werknemers- noch werkgeversdeel). Hagilo is op 19 maart 2019 in staat van faillissement verklaard. Werknemers vorderen een verklaring voor recht dat Hagilo jegens werknemers onrechtmatig heeft gehandeld en dat Vita Frui en de heer X hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de dientengevolge geleden schade. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vorderingen gericht tegen Vita Frui en X toegewezen en Vita Frui en X hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan werknemers. Vita Frui is inmiddels ook failliet. X heeft hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof oordeelt dat X als indirect bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt te maken valt van het niet sluiten van een uitvoeringsovereenkomst en het niet afdragen van pensioenpremies door PETC+, ondanks de verplichting daartoe gelet op de arbeidsovereenkomsten en de van toepassing zijnde cao. Gelet op het evidente belang van werknemers bij de totstandkoming van een pensioenregeling had van X verwacht mogen worden dat hij na de overname dit zo spoedig mogelijk zou regelen. Hij heeft ten tijde van de overname ook aan werknemers toegezegd dit te zullen doen. Weliswaar betoogt X dat hij zich voldoende heeft ingespannen om het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst ter zake van de pensioenen te realiseren, maar hetgeen X ter onderbouwing daarvan aanvoert is onvoldoende gelet op datgene wat werknemers daar tegenover inbrengen. Het lag op de weg van X om concreet en met beschikbare documenten te onderbouwen dat ABP aanvankelijk heeft geweigerd een uitvoeringsovereenkomst aan te gaan met PETC+. Dat heeft hij niet gedaan, zodat ervan moet worden uitgegaan dat van een dergelijke aanvankelijke weigering geen sprake is geweest. Verder is duidelijk dat ABP op 1 augustus 2016 bereid was om, met terugwerkende kracht, met PETC+ een uitvoeringsovereenkomst aan te gaan. Door vervolgens alsnog geen overeenkomst met ABP te sluiten heeft X wederom ernstig verwijtbaar gehandeld. Hierdoor heeft X bovendien werknemers de mogelijkheid ontnomen om een beroep te doen op overneming van premiebetaling door het UWV op grond van de WW. Ook dit is een belangrijk verwijt dat aan X kan worden gemaakt. Het hof komt tot de conclusie dat X een persoonlijk ernstig verwijt te maken valt van het niet realiseren van een uitvoeringsovereenkomst met een pensioenverzekeraar en het niet afdragen van pensioenpremies. X is door de rechtbank op juiste gronden aansprakelijk gehouden voor de door werknemers geleden schade.