Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 27 juli 2022
ECLI:NL:RBGEL:2022:4018
Tussenvonnis. Cao GGZ; overwerk in andere functie tijdens coronapandemie geeft geen recht op uitbreiding uren eigen functie; functiebeschrijving conform vereisten cao? Behoefte aan voorlichting door een deskundige.

Feiten

Werkgeefster is een zorgonderneming die in kleinschalige woonvoorzieningen mensen met een GGZ-indicatie ambulant begeleidt en ondersteunt bij wonen, werken en een zinvolle dagbesteding. Op 1 december 2012 is werknemer bij werkgeefster in dienst getreden in de functie van woonbegeleider voor 32 uur per week. De functie van woonbegeleider is ingedeeld in functieschaal 40 FWG (Functie Waardering Gezondheidszorg, hierna: FWG). Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Geestelijke gezondheidszorg van toepassing. Werkgeefster en werknemer zijn begin 2017 overeengekomen dat werknemer vanaf 1 maart 2017 niet meer als woonbegeleider op één locatie zal werken, maar - in het kader van een pilot - op alle locaties van werkgeefster vorm en inhoud zal geven aan sport/bewegen. In augustus 2017 ontvangt werknemer een brief waarin staat dat hij in aanmerking komt voor een afbouwregeling ORT gedurende de pilotperiode waarin hij op alle locaties vorm en inhoud heeft gegeven aan sport/bewegen. Vervolgens hebben partijen gesprekken gevoerd over de functienaam, functiebeschrijving en inschaling FWG, waarbij werknemer heeft aangegeven dat hij de functie van bewegingsagoog vervult. Werkgeefster stelt dat de functie van bewegingsagoog niet past binnen de begeleiding die werkgeefster haar bewoners aanbiedt en niet aansluit bij de taken en verantwoordelijkheden die werknemer heeft. Werknemer wendt zich tot de Interne Bezwaren Commissie (IBC). IBC stelt werknemer in het gelijk en adviseert werkgeefster om een passende functieomschrijving te maken. Partijen komen er niet uit waarna werknemer zich tot de Landelijke Bezwarencommissie (LBC) wendt. De LBC verklaart het bezwaar van werknemer ongegrond. In mei 2022 heeft werknemer verzocht te bevestigen dat zijn dienstverband met ingang van 1 januari 2022 wordt verhoogd naar 36 uur per week en dat de afbouwregeling ORT met ingang van 1 januari 2022 wordt uitgekeerd. Werkgeefster wijst dit verzoek af. Werknemer verzoekt een verklaring voor recht dat hij per 1 maart 2017 de functie van bewegingsagoog vervulde en vordert achterstallig loon.

Oordeel

Werknemer stelt dat hij op grond van de in het tweede en derde kwartaal van 2021 gemaakte overuren op grond van de huidige cao dan wel op grond van artikel 7:610b BW per 1 januari 2022 aanspraak kan maken op een arbeidsomvang van 36 uur. Werkgeefster geeft aan dat de overuren samenhangen met de coronapandemie en geen betrekking hadden op werkzaamheden binnen zijn functie, maar op werkzaamheden als woonbegeleider. Naar het oordeel van de kantonrechter kan een objectieve uitleg van de cao niet leiden tot de conclusie dat werkgeefster uitbreiding van de arbeidsovereenkomst in de eigen functie van werknemer moet aanbieden, omdat werknemer vanwege uitzonderlijke omstandigheden overuren heeft gemaakt in een andere functie. Ook het beroep op artikel 7:610b BW faalt omdat de gewerkte overuren niet als ‘de bedongen arbeid’ in de zin van dat artikel kunnen worden aangemerkt. Werknemer meent recht te hebben op de afbouwregeling voor onregelmatigheidstoeslag. De kantonrechter is van oordeel dat de huidige cao een dubbele of overlappende ORT beoogt te voorkomen. In het eindvonnis zal de kantonrechter daarom de vordering van werknemer betreffende de afbouwregeling ORT afwijzen. De kantonrechter leidt uit de gestelde feiten af  dat er in ieder geval twee taken zijn die werknemer in zijn huidige functie vervult, maar die niet worden genoemd in de functiebeschrijving begeleider gezonde levensstijl. Daarnaast zijn er taken waarvan werknemer stelt dat hij die binnen zijn functie uitvoert en die door werkgeefster worden betwist. De kantonrechter heeft daarom behoefte aan voorlichting door een deskundige met betrekking tot de beschrijving van de werkzaamheden van werknemer in het licht van de huidige cao. Er moet een deskundige worden benoemd op het gebied van functieomschrijvingen. De functiewaardering kan pas plaatsvinden na vaststelling van de functie overeenkomstig de definitieve functiebeschrijving. Dit wordt samen met iedere verdere beslissing aangehouden.