Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Financial Management Computer Company
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 23 augustus 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:2922
Vorderingen van werknemer ter zake van het verstrekken van loonstroken/jaaropgaven, vergoeding van reiskosten en terugbetaling door werkgever van door werknemer betaalde facturen alsmede vordering van werkgever ter zake van terugbetaling van aan werknemer voorgeschoten bedragen. Verstek aan werkgever verleend in hoger beroep.

Feiten

Tussen werknemer en Financial Management Computer Company (hierna: FMCC) is sprake geweest van een arbeidsovereenkomst in de periode 2 oktober 2017 tot en met 13 december 2018. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de loonvordering c.a. van werknemer toegewezen, met uitzondering van de vordering tot afgifte van loonstroken en jaaropgaven. Die vordering wees de kantonrechter af. Ook de vordering van werknemer tot betaling van € 16.970,91 in verband met door werknemer ten behoeve van FMCC betaalde facturen wees de kantonrechter af, net als de vordering tot betaling van € 1.520 ter zake van reiskosten. De reconventionele vordering van FMCC tot terugbetaling door werknemer van aan hem voorgeschoten bedragen tot een totaal van € 12.733,96 wees de kantonrechter toe. De (gewijzigde) vordering van FMCC in reconventie tot betaling van € 28.430 als vervangende schadevergoeding in verband met een niet door werknemer afgegeven auto, merk Hyundai, wees de kantonrechter af. De proceskosten in conventie en in reconventie werden tussen partijen gecompenseerd. Werknemer voert in hoger beroep vijf grieven aan tegen (a) afwijzing vordering afgifte loonstroken en jaaropgaven, (b) afwijzing vordering terugbetaling facturen, (c) afwijzing vordering reiskosten, (d) de opgelegde terugbetaling van de voorschotbedragen door werknemer aan FMCC en (e) de kostencompensatie.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

De loonstroken en jaaropgaven (grief 1)

Werknemer heeft ter toelichting op grief 1, gericht tegen de afwijzing van de vordering tot afgifte van loonstroken en jaaropgaven, betoogd dat het feit dat FMCC gebruikmaakte van een geautomatiseerd systeem betekent dat zij de gevraagde stukken voorhanden heeft en alsnog in het geding kan brengen. Naar het oordeel van het hof faalt deze grief. Werknemer heeft niet betwist dat de loonstroken door een (externe) boekhouder via een geautomatiseerd systeem werden verstrekt. Hij is enkel blijven stellen dat hij een vijftal loonstroken en twee jaaropgaven niet heeft ontvangen. Niet relevant is of FMCC de gevraagde loonstroken en jaaropgaven alsnog (nogmaals) zou kunnen verstrekken, zoals werknemer heeft gesteld. Daartoe kan FMCC niet worden verplicht.

De terugbetaling van facturen (grief 2)

Werknemer heeft in eerste aanleg gesteld dat hij ten behoeve van de bedrijfsvoering van FMCC 21 facturen betreffende computertoebehoren heeft voldaan. Deze aankopen zijn volgens hem gedaan in het kader van de aanleg in opdracht en voor rekening van FMCC van een aantal servers om crypto currency te minen. In de toelichting op zijn grief tegen de afwijzing van zijn vordering in verband met de hiervoor bedoelde facturen, heeft werknemer betoogd dat hij niet begrijpt dat hij zijn stellingen onvoldoende heeft onderbouwd. Het punt van de bevoegdheid speelt niet volgens werknemer, omdat hij nooit heeft gesteld dat hij de goederen namens FMCC heeft gekocht. Hij heeft deze met toestemming van FMCC op eigen naam gekocht en de facturen doorbelast aan FMCC. Met FMCC is overeengekomen dat zij de facturen aan werknemer zou vergoeden. Volgens werknemer staat op grond van de hiervoor vermelde e-mails vast dat hij de facturen bij FMCC heeft ingediend. Naar het oordeel van het hof faalt deze grief omdat werknemer in hoger beroep niets nieuws heeft aangevoerd.

De reiskosten (grief 3)

Werknemer heeft in eerste aanleg gesteld dat hij ten behoeve van FMCC 8.000 kilometer heeft gereden à € 0,19, voor een totaal van € 1.520. Dit bedrag vorderde hij als reiskostenvergoeding. In de toelichting op zijn grief tegen de afwijzing van zijn vordering in verband met de reiskosten heeft werknemer enkel gesteld dat hij ten behoeve van FMCC frequent heeft gereisd naar Eindhoven, Helmond, Sint-Oedenrode en zelfs Duitsland. Dat vindt het hof, gelet op de betwisting van FMCC in eerste aanleg, nog steeds een onvoldoende onderbouwing. Van werknemer had op zijn minst mogen worden verwacht dat hij de dagen vermeldde waarop hij voor FMCC gereisd heeft, dat hij aangaf hoeveel kilometer de door hem genoemde trajecten bedroegen, hoe vaak hij deze trajecten heeft afgelegd en met welk doel hij deze trajecten heeft afgelegd. De grief faalt.

De voorschotbedragen (grief 4)

FMCC heeft in eerste aanleg gesteld dat zij driemaal een bedrag van € 1.000, eenmaal een bedrag van € 1.500 en eenmaal een bedrag van € 8.233,96, in totaal € 12.733,96, als voorschotten aan werknemer heeft betaald in 2018. Werknemer heeft volgens FMCC niet aangetoond dat deze gelden door hem zijn gebruikt voor het doel waarvoor deze verstrekt waren, namelijk huisvestingskosten. FMCC vorderde terugbetaling van genoemd totaalbedrag. In de toelichting op zijn vierde grief, gericht tegen de toewijzing door de kantonrechter van de hiervoor bedoelde vordering, heeft werknemer zijn betoog uit de eerste aanleg herhaald en geen nieuwe verweren naar voren gebracht. Ook deze grief faalt. 

De kostencompensatie (grief 5)

Deze grief faalt nu het hof komt tot een bekrachtiging van het vonnis in eerste aanleg en partijen over en weer in het ongelijk gesteld blijven. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.