Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 29 september 2022
ECLI:NL:RBDHA:2022:9928
Feiten
Werkneemster is op 1 maart 1985 bij werkgeefster in dienst getreden (de gemeente Den Haag) en heeft op 11 maart 1985 de eed of belofte afgelegd. Met ingang van 1 januari 2020 is de arbeidsovereenkomst van werkneemster door de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren omgezet in een arbeidsovereenkomst. Binnen de gemeente Den Haag is een gedragscode op iedere medewerker van toepassing verklaard. Op 20 april 2021 heeft een melder bij werkgeefster melding gedaan van een mogelijke integriteitsschending binnen de gemeente Den Haag. In deze melding is de naam van werkneemster genoemd. Werkgeefster heeft intern onderzoek verricht en werkneemster is zowel op 21 juni als op 9 september 2021 gehoord. Op 12 mei 2022 is werkneemster door werkgeefster geschorst. Werkgeefster verzoekt onder meer ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege primair ernstig verwijtbaar handelen, subsidiair disfunctioneren en meer subsidiair de combinatie van deze ontslaggronden. Werkneemster heeft in weerwil van de regels de haar toevertrouwde informatiesystemen zowel in 2016 als op 23 maart 2021 niet-functioneel geraadpleegd door gegevens van de melder op te zoeken. Daarnaast heeft ze een collega eveneens laten zoeken op de naam van de melder. De gegevens van de melder heeft werkneemster doorgespeeld aan een bekende van haar. Kort daarna ontving de melder dreigende en intimiderende post van een derde. Om deze reden heeft werkneemster ernstig verwijtbaar gehandeld. Werkneemster erkent dat zij fout en in strijd met de gedragscode heeft gehandeld door het informatiesysteem van de werkgeefster niet-functioneel te gebruiken. Dit handelen is weliswaar verwijtbaar, maar rechtvaardigt volgens haar niet de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster heeft sinds 1985 een onberispelijk dienstverband en zij zag zich genoodzaakt om een in de steek gelaten vrouw te helpen. De werkneemster heeft de vrouw enkel medegedeeld dat de melder niet in Den Haag woonachtig is. Zij kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het feit dat de melder onwelgevallige post heeft ontvangen.
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter kan het handelen van de werkneemster als verwijtbaar worden aangemerkt en vormt het om die reden een voldragen grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Integriteit is voor een ambtenaar essentieel. Bij haar aanstelling heeft werkneemster de ambtseed of -belofte afgelegd, waarbij wordt gewaarborgd dat de ambtenaar kennis neemt van het belang van de integriteit. Werkneemster heeft niet weersproken dat zij bekend is met het active integriteitsbeleid van werkgeefster, alsmede met de daarmee samenhangende regels en de gedragscode. Werkneemster heeft erkend dat zij een fout heeft gemaakt en daarmee verwijtbaar heeft gehandeld. Een ambtenaar dient zich bewust te zijn van zijn beroepsgeheim en dient zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke informatie. Zakelijke systemen en informatie mogen alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor de ambtenaar daartoe toegang heeft gekregen. Door het verstrekken van vertrouwelijke informatie aan een derde die niet bij werkgeefster werkzaam was, heeft werkneemster in strijd gehandeld met het integriteitsbeleid en de toepasselijke regels van werkgeefster. Daarnaast vorm de oneigenlijke informatieverstrekking een schending van de door werkneemster afgelegde ambtseed of -belofte. Door herhaaldelijk informatie achter te houden heeft werkneemster zeer onzorgvuldig en verwijtbaar gehandeld. De kantonrechter neemt geen opzegtermijn in acht en aan werkneemster komt geen transitievergoeding toe omdat zij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.