Naar boven ↑

Rechtspraak

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging c.s./ werkgever c.s.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 22 september 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:7950
Zaak wordt verwezen naar de rol, zodat werknemers zich kunnen uitlaten over de (hoogte) van de loonvordering.

Feiten

De kantonrechter neemt hier over en blijft bij wat in het vonnis van 26 augustus 2021 is overwogen en beslist (o.a. dat werkgever de cao ten opzichte van de werknemers moet nakomen). In dat tussenvonnis is de zaak verwezen naar de rol van 23 september 2021 voor het nemen van een akte door FNV en de chauffeurs waarin wordt ingegaan op de vorderingen van de individuele werknemers. Thans zijn de individuele vorderingen van de chauffeurs aan de orde.

Oordeel

Uit niets is gebleken dat werkgever een normeringsregeling hanteerde of mocht hanteren. Ook blijkt niet dat werkgever de opgaven van de chauffeurs corrigeerde. Dat de chauffeurs ervan overtuigd zijn dat dat gebeurde, is daarvoor onvoldoende. De kantonrechter kan dan ook niet uitgaan van de door de chauffeurs bepleite inschatting van de gemiddelde arbeidsomvang. Dan resteren als informatiebron slechts de loonstroken. Op basis daarvan zal worden beslist. De chauffeurs worden in de gelegenheid gesteld (i) kenbaar te maken of de totaalbedragen zoals door werkgever weergegeven in zijn productie juist zijn berekend; (ii) te reageren op wat werkgever over ‘het ritme’ heeft aangevoerd; (iii) te reageren op wat werkgever over de loonberekening van ‘het ritme’ bij twee maanden ‘op’ en een maand ‘af’ heeft aangevoerd; (iv) te reageren op wat werkgever over de typefout heeft aangevoerd; en (v) kenbaar te maken naar welke berekeningsoptie hun voorkeur uitgaat.