Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ Gemeente Beesel
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 4 oktober 2022
ECLI:NL:RBLIM:2022:7979
Werknemer krijgt geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Partijen hebben hierover gesproken, maar het staat niet vast dat dit ook is afgesproken. Werknemer heeft geen recht op vergoedingen.

Feiten

Werknemer is op 26 april 2021 in dienst getreden bij de gemeente Beesel op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van dertien maanden. Op 23 februari 2022 heeft werknemer een evaluatiegesprek gehad met zijn leidinggevende, waarin is gesproken over een verlenging van het dienstverband van werknemer voor onbepaalde tijd. Op 28 februari 2022 ontdekt werknemer dat zijn vrouw een buitenechtelijke relatie heeft met een medewerker van de gemeente Horst aan de Maas. Hierna heeft werknemer aan zijn leidinggevende aangegeven dat hij vanwege privéproblemen niet in staat is om te werken. Op 3 maart 2022 meldt werknemer zich ziek, waarna werknemer meerdere gesprekken heeft gehad met zijn leidinggevende en een beleidsmedewerker over de situatie. Op 22 maart 2022 heeft de bedrijfsarts geadviseerd om werknemer in overleg met de gemeente Beesel te laten starten met re-integratie. Per e-mail van 24 maart 2022 vraagt werknemer aan de beleidsmedewerker om bewijs dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd krijgt, waarop de leidinggevende werknemer heeft laten weten dat de arbeidsovereenkomst nog niet opgevolgd wordt door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd vanwege de invloed die zijn privésituatie heeft op het werk. Bij brief van 5 april 2022 neemt de gemachtigde van werknemer het standpunt in dat er sprake is van een toezegging dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou worden voortgezet. In reactie hierop biedt de gemeente Beesel aan het contract te verlengen met zes maanden onder de voorwaarde dat de verstoorde arbeidsverhouding wordt opgelost en dat er zicht is op volledige arbeidsgeschiktheid. Werknemer gaat niet op het aanbod in. Werknemer verzoekt onder meer bij beschikking de opzegging d.d. 18 mei 2022 nietig te verklaren en de gemeente Beesel te veroordelen om werknemer weer toe te laten tot de werkplek.

Oordeel

Werknemer is van mening dat is afgesproken dat zijn contract voor bepaalde tijd zou worden opgevolgd door een contract voor onbepaalde tijd. De gemeente Beesel stelt dat, als er al sprake zou zijn geweest van een toezegging,  dit nooit een onvoorwaardelijke toezegging is geweest. Bij goed functioneren zou werknemer een contract voor onbepaalde tijd kunnen krijgen, maar dit is niet gebeurd nu hij zich naar aanleiding van zijn privéproblemen onprofessioneel heeft gedragen. De kantonrechter overweegt dat het tussen partijen niet in debat is dat zij hebben gesproken over een verlenging voor onbepaalde tijd. Werknemer heeft echter onvoldoende bewijs geleverd dat er een onherroepelijke toezegging is gedaan tot verlenging van de arbeidsrelatie in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De enige ondersteuning voor de verklaring van werknemer bestaat uit de instructie van de leidinggevende aan de afdeling personeelszaken met als inhoud: “omzetten contract voor bepaalde tijd in onbepaalde tijd”. Die instructie impliceert niet noodzakelijk dat er een definitieve toezegging was gedaan. Er is onvoldoende komen vast te staan dat tussen de gemeente Beesel en werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is overeengekomen. De vordering tot betaling van een billijke vergoeding wordt afgewezen, nu werknemer (ter zitting) geen switch heeft gemaakt. Ook heeft werknemer geen recht op een gefixeerde schadevergoeding, nu de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd. De kantonrechter is verder van oordeel dat werknemer geen recht heeft op betaling van een transitievergoeding, nu de gemeente Beesel werknemer een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden heeft aangeboden. Weliswaar heeft de gemeente Beesel hieraan voorwaarden verbonden, maar deze zijn niet zodanig dat werknemer het aanbod had kunnen weigeren en daarbij toch aanspraak op een transitievergoeding kon behouden.