Feiten

Werkneemster is op 22 augustus 2016 bij Aximatras in dienst getreden. Werkneemster heeft zich per 18 november 2021 ziek gemeld. Werkneemster is herhaaldelijk verzocht op gesprek te komen, waarbij Aximatras op enig moment ook heeft  aangegeven dat zij anders over zou gaan tot loonstop. Werkneemster is desondanks niet verschenen. Op 15 maart 2022 is Aximatras overgegaan tot een loonstop. Op 21 april 2022 heeft de bedrijfsarts geadviseerd dat werkneemster haar werk weer aangepast kan hervatten. Naar aanleiding daarvan heeft Aximatras op 22 april 2022 en wederom per 25 april 2022 werkneemster per e-mail opgeroepen om haar werkzaamheden weer te hervatten. Werkneemster is niet verschenen. Op 19 mei 2022 heeft werkneemster tijdens een telefonisch consult aan de bedrijfsarts aangegeven dat zij het niet eens was met het advies over de werkhervatting en ook niet met de ontvangen medische informatie. De bedrijfsarts heeft genoteerd dat hij de situatie niet anders kan beoordelen dan op basis van de medische informatie, omdat werkneemster aangeeft niet op het spreekuur te kunnen komen. De bedrijfsarts adviseert onder andere om een deskundigenoordeel bij het UWV aan te vragen. Op een uitnodiging van Aximatras heeft werkneemster wederom niets van zich laten horen. Aximatras heeft bij het UVW een verzoek om een deskundigenoordeel ingediend. De deskundige schrijft dat werkneemster bij herhaling niet telefonisch bereikbaar is en niet reageert op de voicemailberichten met het verzoek om contact op te nemen. Daarom is het niet mogelijk om een objectief oordeel over de re-integratie-inspanningen van werkneemster te geven, aldus de deskundige. Aximatras verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Oordeel

De kantonrechter overweegt dat vast is komen te staan dat werkneemster haar re-integratieverplichtingen uit artikel 7:660a BW niet is nagekomen. Werkneemster is herhaaldelijk niet ingegaan op oproepen van haar werkgever, de bedrijfsarts en de deskundige van het UVW. Dat wordt door werkneemster ook niet betwist. De redenen die werkneemster heeft aangevoerd, rechtvaardigen niet het gebrek aan medewerking. Werkneemster heeft bijvoorbeeld betoogd dat ze zo veel last had van pijnklachten dat zij niet in staat was om naar de vestiging van Aximatras te komen om een plan van aanpak op te stellen. Zij heeft dit echter niet nader met een (medische) toelichting onderbouwd. Bovendien had het op haar weg gelegen dit dan aan Aximatras of de bedrijfsarts te laten weten. Het niet meewerken aan de re-integratieverplichtingen levert verwijtbaar handelen op. Het opzegverbod is om die reden bovendien niet van toepassing. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst, met ingang van datum uitspraak, zonder toekenning van een transitievergoeding.