Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 23 november 2022
ECLI:NL:RBNNE:2022:4375
Feiten
Werknemer is op 1 juni 2010 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van Arriva, Qbuzz. Door een concessieovergang is werknemer per 11 december 2016 rechtstreeks bij Arriva in dienst getreden. Werknemer is werkzaam als buschauffeur. Sinds het najaar van 2017 verslaapt werknemer zich met enige regelmaat. Arriva heeft werknemer hier herhaaldelijk op aangesproken. Van oktober 2019 tot mei 2020 is werknemer op kosten van Arriva begeleid door een psycholoog. Dit traject is succesvol afgesloten. Tijdens dit traject heeft werknemer zich driemaal verslapen. Werknemer is in het laatste gesprek van 17 februari 2020 gewaarschuwd dat hij een disciplinaire maatregel kan verwachten als hij zich weer verslaapt. Op 27 februari 2020 is werknemer te laat gekomen omdat hij zich in de aanvangstijdstip had vergist. Hij heeft hiervoor een officiële waarschuwing gekregen. In juli 2020 heeft werknemer een laatste officiële waarschuwing gekregen nadat hij wederom te laat was gekomen. Op 26 januari 2021 heeft Arriva werknemer een multidisciplinair traject bij Tigra aangeboden. Dit traject heeft werknemer succesvol afgerond. In oktober 2021 heeft werknemer zich wederom tweemaal verslapen. Arriva is weer het gesprek met werknemer aangegaan. Op 11 augustus 2022 heeft werknemer zich opnieuw verslapen. Hierover heeft op 15 augustus 2022 een gesprek plaatsgevonden, waarna werknemer is vrijgesteld van werkzaamheden. Bij brief van 18 augustus 2022 heeft Arriva werknemer meegedeeld dat zij beëindiging van de arbeidsovereenkomst nastreeft, hetzij door middel van een vaststellingsovereenkomst, hetzij door middel van een ontbindingsprocedure. Werknemer heeft hierop aangegeven dat hij het er niet mee eens is dat Arriva zijn arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Arriva verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond.
Oordeel
Van een buschauffeur kan worden verlangd dat hij stipt op tijd met zijn dienst aanvangt, ongeacht het aanvangstijdstip. Dit is bij werknemer niet het geval, doordat hij zich zo nu en dan verslaapt. Dit verslapen is een omstandigheid die in de risicosfeer van werknemer ligt. Aan dit verslapen ligt geen ziekte ten grondslag, maar de geestelijke gesteldheid van werknemer in periodes waarin hij zich privé in lastige omstandigheden bevindt. Dit levert naar het oordeel van de kantonrechter een verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van werknemer op. Dat het verslapen werknemer 'overkomt', zoals hij zelf stelt, maakt dat niet anders. Het is aan werknemer om te voorkomen dat hem dit 'overkomt'. Het verslapen leidt immers tot ongeoorloofd verzuim. Arriva heeft werknemer ook voldoende tijd gegund om zijn leven op dit punt te verbeteren en zij heeft hem daar ook hulp bij aangeboden. Het kan van Arriva niet worden verlangd dat zij het verslapen van werknemer langer tolereert, nu zij werknemer voldoende begeleiding heeft gegeven en er door werknemer geen feiten en/of omstandigheden zijn aangedragen waaruit kan worden afgeleid dat dit probleem op kortere of langere termijn tot het verleden zullen behoren. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat sprake is van een voldragen e-grond, waarbij herplaatsing niet in de rede ligt. Arriva stelt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen waardoor werknemer geen aanspraak kan maken op de transitievergoeding. De kantonrechter is van oordeel dat, gelet op de frequentie waarmee werknemer zich verslaapt, werknemer geen ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het is niet schering en inslag en werknemer heeft inzet getoond om het probleem van het zich verslapen tegen te gaan. De door Arriva aangeboden trajecten zijn immers succesvol afgesloten.