Feiten

Werknemer is vanaf 1 december 1985 in dienst bij de rechtsvoorganger van Aeronamic B.V. (hierna: Aeronamic). Er worden aan de producten zeer strenge certificerings- en kwaliteitseisen gesteld door de opdrachtgevers van Aeronamic. Werknemer is meermaals gekwalificeerd voor het proces chroombrushen. Op 13 juli 2022 heeft werknemer een chroom-6-behandeling uitgevoerd, waarbij hij een bak met 20 liter spoelwater heeft leeggegoten in de wasbak. Op 15 juli 2022 constateerde Aeronamic dat de afvalstromen niet juist waren. Er ontbrak een jerrycan van 20 liter spoelwater met verontreinigd chroom-6. Tussen 15 juli en 18 juli 2022 heeft Aeronamic camera’s opgehangen om uit te zoeken wat er met de afvalstromen gebeurde. Op 19 juli 2022 is op de camerabeelden te zien dat werknemer, zonder beschermende kleding en handschoenen, een bak met geel verkleurde vloeistof (chroom-6) door de gootsteen op het riool loost. Werknemer is, na te zijn gehoord over het voorval, op staande voet ontslagen als gevolg van deze bevindingen. Bij brief van 20 juli 2022 is het ontslag bevestigd aan werknemer. Kern van het geschil is de vraag of werknemer op staande voet ontslagen had mogen worden.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. In de ontslagbrief staat dat werknemer op staande voet is ontslagen, omdat hij in strijd met de veiligheidsvoorschriften heeft gehandeld door chroom (6)-oxide via de spoelbak in het riool te laten vloeien. Werknemer erkent dat hij dit heeft gedaan, maar hij stelt dat sprake is van een inschattingsfout. De gevolgen van de eventuele verontreiniging zijn volgens werknemer niet zodanig dat dit een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Het feit dat werknemer erkent dat hij een veiligheidsvoorschrift heeft overtreden, in combinatie met het feit dat de werknemer weet dat het naleven van de voorschriften zeer belangrijk is, maakt dat alleen al de overtreding een grote aanwijzing is dat sprake is van een dringende reden. Dat werknemer meende dat het water zodanig was verdund dat het geen kwaad kon om op het open riool te lozen, gaat naar het oordeel van de kantonrechter dusdanig voorbij aan het besef van het belang van deze veiligheidsvoorschriften, dat dit die aanwijzing van een dringende reden ondersteunt. Gelet op het vorenstaande is de dringende reden voor het ontslag op staande voet gegeven. De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet wel onverwijld is gegeven. Het ontslag is direct na de constatering van de lozing op 19 juli 2022 gegeven. Waar werknemer lijkt te betogen dat Aeronamic het voorval had kunnen voorkomen door hem op 15 juli 2022 te vragen naar de gehanteerde werkwijze op 13 juli 2022, heeft Aeronamic evenwel gemotiveerd betoogd dat er op 15 juli 2022 nog geen verdenking was, omdat de toedracht onbekend was. Nu werknemer in het gesprek van 19 juli 2022 (tot twee keer toe) heeft erkend fout te hebben gehandeld, maakt dat de kantonrechter geen acht hoeft te slaan op hoe de camerabeelden zijn verkregen. De argumenten van werknemer waarom het bewijs onrechtmatig is, kunnen daarom buiten beschouwing blijven. Het ontslag op staande voet is dus terecht gegeven.