Feiten

In het tussenvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat nog onvoldoende vaststaat welke werkzaamheden werknemer voor Matrans heeft verricht vanaf 31 december 1996. Inmiddels hebben beide partijen zich in hun aktes hier nader over uitgelaten.

Oordeel

De kantonrechter stelt voorop dat het gaat om werkzaamheden die lang geleden zijn verricht (9 tot 28 jaar). Met het oog op deze omstandigheden kan en hoeft niet tot op het laatste kwartier en tot in detail te worden uitgekristalliseerd hoe de werkweek van werknemer eruitzag. Het gaat erom dat in grote lijnen kan worden vastgesteld (1) wat werknemer deed, (2) hoe vaak hij dit deed en (3) op welke manier hij dat deed. Aan de hand van met name het verslag van A kan de kantonrechter met hantering van enige marge vaststellen hoe een werkweek van werknemer er globaal uitzag. Per werkzaamheid heeft de kantonrechter uitgewerkt hoe frequent die werd uitgevoerd en welke methodiek daarbij werd gehanteerd. De volgende vraag die moet worden beantwoord, is in hoeverre de door werknemer ervaren gezondheidsproblemen hierdoor kunnen zijn veroorzaakt. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de vraag wie als deskundige dient te worden benoemd. Daarnaast worden zij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vragen die aan de deskundige moeten worden voorgelegd.