Naar boven ↑

Rechtspraak

Verstegen Spices & Sauces B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 22 november 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:10882
Ontbinding arbeidsovereenkomst. Verwijtbaar handelen werknemer omdat hij zijn re-integratietraject heeft belemmerd en gestagneerd.

Feiten

Werknemer is sinds 1 september 2003 in dienst bij Verstegen Spices & Sauces B.V. (hierna: Verstegen) als magazijnmedewerker. Verstegen verzoekt onder meer de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen van werknemer.

Oordeel

Werknemer is niet ter zitting verschenen. Verstegen zet in haar verzoekschrift uitvoerig uiteen dat werknemer zijn re-integratietraject heeft belemmerd en gestagneerd. Werknemer heeft niet de passende arbeid verricht zoals de bedrijfsarts heeft geadviseerd. Werknemer is meerdere keren niet op het werk verschenen, noch heeft hij zich afgemeld bij zijn leidinggevende. Ook heeft werknemer geen redenen opgegeven voor zijn afwezigheid. Als werknemer wel verscheen op de werkvloer was hij vaak te laat en pas na een lange periode van onbereikbaarheid. Naast het niet (volledig) verrichten van de passende arbeid, heeft werknemer niet de redelijke voorschriften opgevolgd van de bedrijfsarts. Werknemer heeft geen adequate hulpverlening ingeschakeld voor zijn klachten, ondanks de adviezen van de bedrijfsarts. Tot slot heeft werknemer geen gehoor gegeven aan de verzoeken van Verstegen om op gesprek te komen om het verloop van de re-integratie te bespreken. Ondanks de herhaaldelijk gegeven waarschuwingen en de toegepaste loonsanctie kon de re-integratie van werknemer niet worden voortgezet. Verstegen heeft geen enkel middel meer om werknemer aan te sporen zijn verplichtingen na te komen. Werknemer heeft voorgaande omstandigheden niet weersproken. 
De kantonrechter stelt allereerst vast dat Verstegen heeft voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 7:671b lid 5 BW. Verstegen heeft werknemer verschillende keren schriftelijk gemaand tot nakoming van zijn re-integratieverplichtingen en de betaling van het loon gestaakt. Ook heeft Verstegen een deskundigenoordeel van het UWV overgelegd. Daarin staat dat de re-integratie-inspanningen van werknemer onvoldoende zijn. Onder meer staat in dat arbeidsdeskundig rapport dat werknemer niet verschijnt op oproepen bij de bedrijfsarts en/of zijn werkgever, zich niet houdt aan werkhervattingsadviezen, dat het hem aan te rekenen is dat hij niet reageert naar werkgever, arbodienst en/of de bedrijfsarts en dat zijn houding en gedrag onvoldoende zijn. De kantonrechter is van oordeel dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van werknemer, zodanig dat van Verstegen niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het opzegverbod van artikel 7:670 lid 1 BW is niet van toepassing (art. 7:670a lid 1 BW). Herplaatsing ligt niet in de rede (volgens art. 7:669 lid 1 BW). Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden. De arbeidsovereenkomst wordt met toepassing van artikel 7:671b lid 9, sub b BW ontbonden met ingang van 1 december 2022.