Naar boven ↑

Rechtspraak

Staat der Nederlanden (Dienst Justitiƫle Inrichtingen)/werknemer
Rechtbank Den Haag (Locatie Gouda), 1 november 2022
ECLI:NL:RBDHA:2022:14758
Ontbindingsverzoek PI toegewezen. Werknemer heeft geweld gebruikt tegen een gedetineerde. Dit is strijdig met de gedragscodes en kan leiden tot spanningen tussen gedetineerden en personeel. Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld. Geen billijke vergoeding, wel gedeeltelijke transitievergoeding.

Feiten

Werknemer is op 3 november 2003 in dienst getreden bij de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat der Nederlanden (Dienst Justitiële Inrichtingen, DJI). Laatstelijk vervulde werknemer de functie van ZBIW’er, in welke functie hij belast is met het zorgdragen voor een humane uitvoering van de detentie, aan de beperking van detentieschade en het voorkomen van recidive. Werknemer heeft verschillende trainingen gevolgd met het oog op de vervulling van zijn functie. Op 7 januari 2022 heeft er een incident plaatsgevonden waarbij werknemer betrokken was. Werknemer moest een gedetineerde begeleiden vanuit zijn cel naar een andere afdeling, voor zijn verplaatsing naar een andere PI. De gedetineerde had zijn spullen echter nog niet ingepakt en werknemer heeft hem meermaals aangespoord dit alsnog zo snel mogelijk te doen. De gedetineerde deed dit niet en is gaan schreeuwen tegen werknemer. Werknemer heeft hem een zetje in de rug gegeven, waarop de gedetineerde een nog dreigender houding aannam. Toen de gedetineerde op werknemer afkwam, heeft werknemer hem een vuistslag gegeven in het gezicht. DJI verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen (art. 7:669 lid 3 sub e BW). 

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Van werknemer had, gelet op zijn opleiding en ervaring, verwacht mogen worden dat hij de-escalerend zou hebben opgetreden. Hij heeft de situatie echter verder laten escaleren door gedetineerde A een vuistslag in het gezicht te geven, zonder dat is gebleken dat dit voor zijn eigen veiligheid of die van anderen nodig was. Daarmee heeft hij ernstig verwijtbaar gehandeld, hetgeen – nu niet van enig opzegverbod is gebleken – moet leiden tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen per de hierna te vermelden datum. Het gebruik van geweld tegen een gedetineerde, zonder dat dit noodzakelijk is/in overeenstemming is met de bij DJI geldende gedragscodes, is aan te merken als ernstig verwijtbaar handelen, omdat dit binnen een PI tot spanningen kan leiden tussen gedetineerden en het in de PI werkzame personeel, hetgeen de orde kan verstoren en gevaarlijk kan zijn. Gedetineerden, die zich binnen de PI ten opzichte van personen zoals werknemer in een afhankelijk positie bevinden, moeten er onvoorwaardelijk van uit kunnen gaan dat zij correct worden behandeld en DJI moet er onvoorwaardelijk op kunnen vertrouwen dat de bij haar werkzame ambtenaren zich ook in dit opzicht integer gedragen. Gezien de lange loopbaan van werknemer bij DJI en het feit dat niet eerder soortgelijke incidenten hebben plaatsgevonden, is de kantonrechter van oordeel dat het niet toekennen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Deze vergoeding zal ten dele, tot een bedrag ad € 17.500, worden toegewezen. Voor de toekenning van de door werknemer gevorderde billijke vergoeding is geen plaats.