Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Docmorris N.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 8 december 2022
ECLI:NL:RBLIM:2022:10653
Loonvordering toegewezen. Indien werkgever twijfels heeft over de arbeidsongeschiktheid van werknemer, dient hij werknemer door de bedrijfsarts op te laten roepen. Dit heeft werkgever niet gedaan.

Feiten

Werknemer is per 1 januari 2017 in dienst getreden bij Docmorris N.V. en was laatselijk werkzaam in de functie van vicepresident IT Pharma ERP Logistics. Per 1 april 2022 is werknemer nog een aantal andere teams gaan managen. Op 25 juli 2022 heeft werknemer een gesprek gehad met de HR-directeur, waarbij aan werknemer te kennen is gegeven dat zijn functie door iemand anders vervuld zou gaan worden. Daarbij is aan hem tegelijkertijd een andere functie aangeboden, zulks met behoud van loon. Het betreft een functie zonder leidinggevende verantwoordelijkheden. Partijen hebben op 8 augustus 2022 onderhandeld over de aangeboden functie, waarbij werknemer enkele voorwaarden heeft gesteld waaronder hij de functie zou aanvaarden (waaronder een baangarantie voor vier jaar), hetgeen niet heeft geleid tot overeenstemming. Bij e-mail van 25 augustus 2022 heeft DocMorris werknemer laten weten geen baangarantie voor een periode van vier jaar te zullen geven. Tevens heeft DocMorris in dat bericht gesuggereerd dat in eerdere gesprekken aan werknemer te kennen is gegeven dat de reden van het aanbieden van een nieuwe functie gelegen is in het feit dat er in haar optiek geen draagvlak (meer) is voor de wijze van leidinggeven van werknemer. Op 29 augustus 2022 heeft werknemer DocMorris laten weten niet in te kunnen stemmen met de functiewijziging, waarbij hij tevens heeft opgemerkt dat hem de toegang tot het groepscommunicatieplatform was ontzegd. In een intern gecommuniceerd organogram is werknemer kort daarna geplaatst in de aangeboden functie, die hij evenwel nog niet had aanvaard. Bij brief van 30 september 2022 heeft (de gemachtigde van) DocMorris nogmaals erop aangedrongen dat werknemer de aangeboden functie zou aanvaarden en aangegeven dat DocMorris bij gebreke van aanvaarding van die functie per 6 oktober 2022 geen loon meer zou gaan betalen. Op 5 oktober 2022 heeft werknemer zich bij DocMorris ziek gemeld. Bij e-mail van 7 oktober 2022 heeft de gemachtigde van DocMorris laten weten dat DocMorris vasthoudt aan de aanvaardingstermijn. Bij e-mail van 13 oktober heeft de gemachtigde van DocMorris bevestigd dat het loon per 6 oktober 2022 is stopgezet en te kennen gegeven dat DocMorris coulancehalve bereid is om de loonbetaling te hervatten indien werknemer alsnog besluit om de nieuwe functie te aanvaarden. DocMorris heeft het loon vanaf 6 oktober 2022 onbetaald gelaten. Werknemer vordert in deze procedure achterstallig loon.

Oordeel

Onweersproken staat vast dat werknemer zich bij zijn werkgever ziek heeft gemeld. DocMorris erkent dit ook expliciet in haar verzoekschrift in de procedure die door haar aanhangig is gemaakt en die gevoegd is behandeld met dit kort geding. Indien DocMorris twijfels heeft over de arbeidsongeschiktheid van werknemer, dient zij hem door de bedrijfsarts op te laten roepen voor een onderzoek, maar gesteld noch gebleken is dat zij dat heeft gedaan. Reeds op grond hiervan is DocMorris ingevolge artikel 7:629 BW en de cao gehouden het loon op de reguliere wijze door te betalen. DocMorris wordt veroordeeld tot reguliere doorbetaling van het overeengekomen loon vanaf 6 oktober 2022 (te vermeerderen met de wettelijke verhoging en met de wettelijke rente). Ten aanzien van de vordering tot nakoming van de re-integratieverplichting is onvoldoende gesteld ter zake van het spoedeisend belang zodat dit onderdeel niet zal worden toegewezen. Dat werknemer binnen afzienbare tijd weer arbeidsgeschikt zal zijn is niet gesteld, zodat ook ten aanzien van de gevorderde toelating van werknemer in zijn overeengekomen functie op de eerste dag dat hij weer arbeidsgeschikt is, geen spoedeisend belang is komen vast te staan. Dit onderdeel zal worden afgewezen.