Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/ SHV Energy N.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 11 oktober 2022
ECLI:NL:RBNHO:2022:11903
Werkneemster vordert wedertewerkstelling nadat zij vrijgesteld is van werk wegens verschillende klachten vanuit haar team over leidinggeven. Wedertewerkstelling wordt afgewezen.

Feiten

Werkneemster is sinds 1 april 2021 in dienst getreden bij SHV Energy N.V. (“SNV”) als Global Procurement Director. Werkneemster is verantwoordelijk voor het aansturen van de wereldwijde inkoopafdeling van SHV. De Group Ethics & Compliance Officer is in maart 2022 door een aantal medewerkers van SHV benaderd, waarbij zij hun zorgen hebben geuit over de manier van leidinggeven van werkneemster. SHV heeft in deze procedure een verklaring van de Compliance Officer ingediend, waarin onder meer is opgenomen dat twaalf tot veertien werknemers hebben gemeld dat zij zich onprettig en gestrest voelen door het gedrag van werkneemster en overwegen om het bedrijf te verlaten. Op 19 april 2022 heeft er tussen werkneemster en haar COO een gesprek plaatsgevonden waarin is aangegeven dat het team van werkneemster ontevreden is over de werkdruk. In mei 2022 is een coach ingezet voor een coachingstraject. In dit kader heeft de coach met alle leden van het team van werkneemster gesprekken gevoerd, waaruit volgt dat werkneemster een extreem negatieve impact heeft op de fysieke en mentale gezondheid van het team. In een gesprek op 7 juni 2022 heeft de COO aan werkneemster laten weten dat zij een intensief individueel coachingstraject van vier weken zou gaan volgen. Eind augustus 2022 heeft de coach laten weten dat de wijze van leidinggeven door werkneemster diepgeworteld is en er nog meer tijd nodig is om hier verandering in aan te brengen. Op 29 augustus 2022 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de COO, de Manager HR en werkneemster waarin SHV een beëindigingsvoorstel heeft gedaan aan werkneemster. Werkneemster is tevens per die datum direct vrijgesteld van werkzaamheden. Op 20 september 2022 heeft SHV een ontbindingsverzoek ingediend bij de rechtbank. Werkneemster vordert in deze procedure wedertewerkstelling.

Oordeel

In dit kort geding dient de kantonrechter te beoordelen of het belang van werkneemster om weer te worden toegelaten tot het werk zwaarder weegt dan het belang van SHV om dit te weigeren. Naar het oordeel van de kantonrechter weegt het belang van SHV zwaarder en is ook sprake van een voldoende zwaarwegende grond om werkneemster nu niet tot het werk toe te laten. Van de veertien teamleden hebben vijf direct en zes indirect hun beklag gedaan over de wijze van leidinggeven van werkneemster. Ondanks het intensieve traject heeft de coach aan SHV haar zorg uitgesproken over de mogelijkheid tot zelfreflectie en veranderbaarheid van werkneemster. Ter zitting heeft SHV meegedeeld dat de afwezigheid van werkneemster rust op de afdeling heeft gebracht. De teamleden willen niet dat werkneemster terugkomt. Werkneemster wijst op de positieve resultaten van het werknemertevredenheidsonderzoek onder het team over 2021. De kantonrechter overweegt echter dat SHV met de verklaringen van meerdere leidinggevenden en de coach de klachten van het team voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Werknemer stelt dat zij de insteek van de coach niet begreep omdat de sessie over ‘bescherming van anderen’ nooit heeft plaatsgevonden. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is het op grond hiervan aannemelijk dat het individuele coachingtraject (nog) onvoldoende effect heeft gehad. Uit de bevindingen van de coach blijkt dat het gedrag van werkneemster een negatieve invloed heeft gehad op het team. Een deel van het team zit in de ziektewet of is in behandeling. Gelet hierop heeft SHV vooralsnog een redelijke en voldoende zwaarwegende grond om werkneemster nu niet toe te laten tot het verrichten van haar werk. Het welzijn en de gezondheid van de medewerkers van het team wegen in de gegeven omstandigheden zwaarder dan het belang van werkneemster om haar carrière zo snel mogelijk bij SHV voort te zetten.