Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/AAR Aircraft Component Services
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 28 februari 2023
ECLI:NL:RBNHO:2023:1403
Schending concurrentiebeding in verband met onmiskenbare overlap in werkzaamheden huidige functie van werknemer en in de gewenste functie. Geen schorsing beding. Belang werkgever prevaleert. Er is sprake van directe concurrenten en (mogelijke) aantasting in bedrijfsdebiet is in casu gegeven.

Feiten

Werknemer is op 1 januari 2019 in dienst getreden bij AAR Aircraft Component Services (hierna: AAR). AAR is onderdeel van de wereldwijd opererende AAR Corp, een beursgenoteerde onderneming aan de NY stock exchange. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Werknemer vordert bij wijze van voorlopige voorziening dat de kantonrechter het concurrentiebeding geheel, althans gedeeltelijk schorst, met dien verstande dat het werknemer wordt toegestaan in dienst te treden bij KLM in de functie van Health Monitoring Engineer.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat werknemer het concurrentiebeding overtreedt als hij bij KLM in dienst treedt. Op grond van het concurrentiebeding is het werknemer namelijk verboden om binnen een jaar na een eventuele uitdiensttreding bij AAR werkzaam te zijn of anderszins betrokken te zijn bij ‘enige onderneming met activiteiten op een terrein, gelijk aan of anderszins concurrerend met dat van de werkgever en haar gelieerde ondernemingen’. Zoals AAR terecht heeft aangevoerd, biedt de afdeling ‘Component Services’, onderdeel van de overkoepelende afdeling Engineering & Maintenance van Air France-KLM, onbetwist gelijkwaardige diensten aan als AAR doet. Werknemer stelt weliswaar dat hij vanuit zijn functie maar weinig met de afdeling Component Services te maken zal hebben, maar ook dit acht de kantonrechter niet aannemelijk. In de vacaturetekst voor de functie van Health Monitoring Engineer staat namelijk dat werknemer – kort gezegd – vliegtuigdata zal gaan analyseren en de door hem gemaakte analyses moet vertalen in technische voorstellen voor het team Engineering en deze ook met het team zal moeten bespreken. De raakvlakken met de huidige functie zijn onmiskenbaar. De kantonrechter kan een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk schorsen als op voorhand voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het beding op grond van artikel 7:653 lid 3 sub b BW (geheel of gedeeltelijk) zal vernietigen op de grond dat de werknemer, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever onbillijk wordt benadeeld. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft AAR voldoende aannemelijk gemaakt dat haar belang bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder weegt dan het belang van werknemer op een vrije arbeidskeuze. Het belang van een werkgever bij een concurrentiebeding is om daarmee de opgebouwde kennis, de zakelijke relaties, de klantenkring, specifieke producten of goodwill te beschermen, ook wel aangeduid met de term ‘bedrijfsdebiet’. Relevant is dat ter zitting naar voren is gekomen dat werknemer door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en/of technische) informatie of unieke werkprocessen en strategieën en dat hij deze kennis ten behoeve van KLM kan gebruiken. Het voorgaande heeft tot gevolg dat werknemer gedurende minimaal een jaar na een eventuele uitdiensttreding bij AAR – de duur van het concurrentiebeding – niet in dienst zal kunnen treden bij KLM. De kantonrechter heeft nog met partijen besproken of een gedeeltelijke schorsing (bijvoorbeeld voor de duur van zes maanden) bespreekbaar was, maar werknemer heeft daarop aangegeven dat hij ‘daaraan niets had’, omdat KLM hem per 1 maart 2023 in dienst wilde, zodat de kantonrechter hieraan geen verdere overwegingen zal wijden.