Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 15 maart 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:1005
Feiten
Werkneemster is op 1 juni 2021 voor de duur van één jaar bij werkgever in dienst getreden. Op 22 december 2021 en 4 mei 2022 heeft werkgever met werkneemster POP-beoordelingsgesprekken gevoerd. Het functioneren van werkneemster werd voldoende beoordeeld, maar er kwamen wel verbeterpunten naar voren. In het gesprek van 4 mei 2022 heeft werkgever werkneemster meegedeeld dat zij het dienstverband na 31 mei 2021 wilde verlengen en dat werkneemster aan de hand van een actieplan moest werken aan de verbeterpunten. Werkneemster heeft een actieplan opgesteld. Op 12 mei 2022 heeft werkgever aan werkneemster een aanbod toegestuurd voor verlenging van haar arbeidsovereenkomst. Op 18 mei 2022 heeft er een gesprek plaatsgevonden met werkneemster over de verlenging van haar arbeidsovereenkomst. Op het verzoek van werkneemster om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, heeft werkgever afwijzend gereageerd. Werkneemster stelt dat zij na deze toezegging alsnog mondeling heeft ingestemd met de verlenging voor bepaalde tijd. Werkgever betwist dit uitdrukkelijk en stelt dat werkneemster heeft aangegeven dat zij blij was met het aanbod en dat zij het contract zou gaan tekenen. Diezelfde dag om 17.24 uur heeft werkgever de aangeboden arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op DocuSign ongeldig gemaakt om de volgende reden: verlopen. De volgende dag heeft werkneemster in reactie hierop aan de HR-medewerker een bericht gestuurd met de vraag of zij het contract nogmaals kan sturen. Op 19 mei 2022 heeft werkneemster medegedeeld dat zij zwanger is. Op 23 mei 2022 heeft werkgever medegedeeld dat hij het aanbod voor verlenging van de arbeidsovereenkomst heeft ingetrokken en werkneemster tot 31 mei 2022 op non-actief is gesteld. Werkneemster vordert nakoming van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en achterstallig salaris.
Oordeel
Beoordeeld dient te worden of de arbeidsovereenkomst tussen partijen na 31 mei 2022 is doorgelopen. Werkneemster stelt dat zij op 12 mei 2022 het door werkgever gedane aanbod mondeling heeft aanvaard op 18 mei 2022. De kantonrechter stelt echter vast dat werkgever werkneemster pas op 23 mei 2022 heeft meegedeeld dat hij zijn aanbod had ingetrokken en werkneemster ook pas op die dag op non-actief heeft gesteld. Indien werkgever op 18 mei 2022 had besloten zijn aanbod definitief in te trekken, had het in de rede gelegen dat hij werkneemster hiervan in het gesprek op 19 mei 2022 op de hoogte had gebracht. Dat heeft hij niet gedaan. Door dit pas te doen nadat hij wist van de zwangerschap, bestaat het vermoeden dat werkgever zijn aanbod tot verlenging van de arbeidsovereenkomst met werkneemster heeft ingetrokken vanwege haar zwangerschap. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de handelwijze van werkneemster voldoende dat zij het aanbod zo niet in, dan toch in ieder geval na het gesprek van 18 mei heeft aanvaard. Zo heeft zij de HR-afdeling van werkgever op 19 mei 2022 gevraagd om een nieuwe link (voor inzage en aanvaarding) van het aanbod in DocuSign. Werkgever had zich dus moeten realiseren dat zijnmededeling op 23 mei 2022 dat het aanbod was ingetrokken en dat werkneemster direct kon vertrekken, werkneemster volledig zou overvallen. Anders dan werkgever stelt, had werkneemster dit niet kunnen afleiden uit de automatisch gegenereerde melding op 18 mei 2022 van DocuSign dat het document ongeldig was verklaard omdat het was verlopen. Onder deze omstandigheden stond het werkgever niet vrij zijn aanbod in te trekken. Nu werkneemster het aanbod heeft aanvaard, is er met ingang van 1 juni 2022 een verlenging van de arbeidsovereenkomst tot stand gekomen voor de duur van één jaar.