Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/VETkanaal B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 1 april 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:12032
Tussenvonnis: kantonrechter bepaalt dat mondelinge behandeling wordt gehouden waarin de uitleg en (kenbaarheid van) toepasselijkheid van de cao-bepaling wordt besproken.

Feiten

Werknemer is op 17 september 2018 in dienst getreden bij VETkanaal B.V. In de arbeidsovereenkomst zijn onder meer bepalingen opgenomen over de standplaats, (afwijkende) arbeidstijden, consignatie en overwerk. Ten behoeve van de uitoefening van zijn werkzaamheden heeft VETkanaal aan werknemer een bestelbus ter beschikking gesteld. Daarvoor zijn partijen een separate overeenkomst aangegaan. Over de gewerkte uren en de wijze van verloning daarvan heeft werknemer vragen voorgelegd aan VETkanaal, waarbij hij de juistheid van de verloning in twijfel heeft getrokken. VETkanaal heeft hierover uitleg gegeven en met werknemer overleg gevoerd. Op 6 januari 2021 is werknemer uitgevallen in verband met arbeidsongeschiktheid door ziekte en kort hierna heeft werknemer de bestelbus moeten inleveren. Bij e-mailbericht van 13 januari 2021 heeft VETkanaal aan werknemer laten weten dat de bestelbus diverse schades heeft en dat zij hiervoor ingevulde schadeformulieren nodig heeft. In reactie hierop heeft werknemer meegedeeld dat de schades die niet door hem zijn veroorzaakt en niet onder zijn verantwoordelijkheid vallen. In verband met de schades aan de bestelbus heeft VETkanaal in januari en februari 2021 bedragen van € 550 respectievelijk € 825 op het loon van werknemer in mindering gebracht. Werknemer vordert onder meer een verklaring voor recht dat hij geen functie heeft waar onregelmatige werktijden bij horen als bedoeld in artikel 2 lid 3 van de Cao Metaal en Techniek en achterstallig loon over verscheidene periodes.

Oordeel

Partijen zijn het eens over de toepassing van de Cao Metaal en Techniek Technisch Installatiebedrijf (‘de cao’). In artikel 2 lid 3 onder a cao is bepaald dat een aantal artikelen uit de cao niet van toepassing is ten aanzien van de werknemer wiens functie onregelmatige werktijden meebrengt. VETkanaal stelt dat artikel 2 lid 3 onder a cao van toepassing is, werknemer betwist dit omdat hij naar eigen zeggen geen functie heeft waar onregelmatige werktijden bij horen. Het partijdebat heeft ertoe geleid dat de zaak toen is aangehouden, zodat VETKanaal zich na onderzoek erover zou kunnen uitlaten of zij bereid is om samen met werknemer advies in te winnen bij de Vakraad over artikel 2 lid 3 onder a van de cao, in het bijzonder over de vraag wanneer sprake is van “een functie waar onregelmatige werktijden bij horen”. Bij de nadien genomen akte heeft Vetkanaal laten weten dat informatie ingewonnen is bij de Vakraad en dat de Vakraad te kennen heeft gegeven dat zij geen advies geeft in een geschil tussen individuele partijen over de uitleg of de toepassing van een cao-bepaling. De kantonrechter ziet zich thans gesteld voor de vraag of artikel 2 lid 3 onder a van de cao al dan niet van toepassing is op de arbeidsovereenkomst tussen partijen. Ter beantwoording van die vraag is uitleg van artikel 2 lid 3 onder a cao nodig, waarbij de cao-norm een rol speelt. Ook is de kenbaarheid van de toepasselijkheid van bedoeld artikel van belang. Hierover wil de kantonrechter nader het gesprek aangaan met partijen, want bij de vorige mondelinge behandeling is de zaak onvoldoende uitvoerig besproken, mede omdat de insteek was om de Vakraad zich te laten uitlaten over de uitleg van genoemde cao-bepaling. Daarom wordt wederom een mondelinge behandeling bepaald.