Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 4 april 2023
ECLI:NL:GHSHE:2023:1069
Feiten
Personeelsdiensten Ysselsteyn B.V. (hierna: Ysselsteyn) is begin februari 2019 opgericht en ingeschreven in het Handelsregister. Naar aanleiding van een melding van de Belastingdienst heeft een accountmanager bij MN Services (administrateur van de Fondsen gerelateerd aan het Pensioenfonds Metaal en Techniek (hierna: de Fondsen)) Ysselsteyn op 27 juni 2019 bezocht. Er is onder meer gesproken over de werkzaamheden van de personeelsleden. In het verslag daarvan van dezelfde datum is onder meer genoteerd dat er twee monteurs werkzaam zijn als werknemer en zijn de werkzaamheden omschreven als "Landbouwmechanisatiebedrijf". Ook staat in het verslag dat personeel door werkgever aan het Inzendportaal wordt gemeld. Op 5 juli 2019 stuurden de Fondsen de zogenoemde welkomstbrief aan Ysselsteyn. In deze brief is aangegeven dat Ysselsteyn vanaf 1 april 2019 deelnemer is aan de regelingen van de Fondsen en dat zij via een inzendportaal de aanmeldingen en wijzigingen van haar werknemers bekend kan maken. Ook is de activatiecode voor het inzendportaal gestuurd. Het administratiekantoor verzorgt de salarisadministratie van Ysselsteyn. Dit kantoor stuurde op 31 december 2019 een machtiging van Ysselsteyn door aan het inzendportaal en de Fondsen stuurden op 3 januari 2020 een bevestiging hiervan. Een administratief medewerkster heeft de gegevens van de werknemers van Ysselsteyn via het inzendportaal aangeleverd. Bij factuur van 14 februari 2020 hebben de Fondsen een totaalbedrag van € 15.404,04 in rekening gebracht. Deze factuur is niet betaald. In de onderhavige procedure vorderen de Fondsen betaling van verschillende bedragen, waaraan de Fondsen ten grondslag hebben gelegd dat Ysselsteyn op basis van de feitelijke werkzaamheden van haar werknemers verplicht is aangesloten bij de Fondsen. De kantonrechter heeft de vorderingen van de Fondsen toegewezen. Ysselsteyn concludeert in hoger beroep tot vernietiging van dit vonnis.
Oordeel
Het hof oordeelt dat geen van de grieven van Ysselsteyn slaagt. Grief 1, 3, 4 en 5 lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Met deze grieven betoogt Ysselsteyn dat de kantonrechter heeft miskend dat niet op haar maar op PMT de bewijslast rust van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat Ysselsteyn verplicht is aangesloten. Volgens het hof rusten de stelplicht en de bewijslast met betrekking tot de stelling dat Ysselsteyn onder het Verplichtstellingsbesluit valt in beginsel bij PMT. Dit laat echter onverlet dat op Ysselsteyn een verzwaarde motiveringsplicht rust ten aanzien van haar betwisting: van Ysselsteyn kan worden verlangd dat zij ter onderbouwing van haar betwisting voldoende gegevens verschaft, nu PMT voor het kunnen vaststellen van de feitelijke werkzaamheden van de werknemers en de beoordeling of deze onder het Verplichtstellingsbesluit vallen, afhankelijk is van de openheid die Ysselsteyn daarover betracht. Het hof verwerpt deze grieven. Grief 2 klaagt over het oordeel van de kantonrechter (1) dat het feit dat het administratiekantoor gebruik heeft gemaakt van het inzendportaal en daar werknemers van Ysselsteyn heeft aangemeld, niet anders dan als een erkenning door Ysselsteyn van de verplichte aanmelding kan worden aangemerkt en (2) dat de ontvangst van de aanmeldbrief impliceert dat Ysselsteyn die heeft gezonden aan de administratief medewerkster. Of Ysselsteyn wel of niet heeft erkend dat zij verplicht was tot aanmelding, dan wel of zij de aanmeldbrief heeft toegezonden aan de administratief medewerkster, is voor de beslissing op de vordering niet van belang. Daarvoor is van belang of Ysselsteyn op grond van de aard van de werkzaamheden die haar werknemers verrichtten, onder het Verplichtstellingsbesluit viel. Dat dit het geval is, heeft PMT onderbouwd met een verslag van [persoon A] en de inhoud daarvan sluit waar het gaat om de aanmelding van personeel bij het Inzendportaal aan bij de feitelijke gang van zaken. Ysselsteyn heeft daarom geen belang bij bespreking van haar grief en het hof komt daaraan dus niet toe. Geen van de grieven van Ysselsteyn slaagt. Het hof zal het vonnis van de kantonrechter bekrachtigen.