Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 31 maart 2023
ECLI:NL:RBLIM:2023:2514
Feiten
DISAPO.DE APOTHEKE B.V. (hierna Disapo), gevestigd te Heerlen, is een online apotheek. Tot vorig jaar was Disapo eigendom van BrandsCommerce GmbH, in casu de holding van verzoeker. BrandsCommerce heeft Disapo begin 2022 verkocht aan Douglas. De koopovereenkomst voorzag in een earn out-regeling. De koopprijs bedroeg € 47 miljoen, waarvan € 24,5 miljoen ineens is betaald en het restantbedrag pas zal worden betaald indien aan nadere voorwaarden wordt voldaan. Partijen hebben nadere afspraken gemaakt over het aanblijven van verzoeker. In de koopovereenkomst is daarover vastgelegd dat de samenwerking zou worden vormgegeven door middel van een managementovereenkomst, die op 7 april 2022 tot stand is gekomen. In de managementovereenkomst is opgenomen dat deze overeenkomst onder geen beding is bedoeld een arbeidsovereenkomst te zijn en dat verzoeker als manager volledig vrij is in het bepalen van zijn werkzaamheden en er dus geen sprake is van een gezagsverhouding. Verzoeker is verder benoemd tot statutair bestuurder van Disapo. Na de verkoop verwijt Douglas BrandsCommerce dat zij bij het onderhandelingsproces een rooskleuriger beeld van Disapo heeft geschetst dan de werkelijke situatie. Daartegenover heeft BrandsCommerce Douglas verweten dat zij door de verkoop schade heeft geleden door frauduleus handelen van Douglas. Op 5 december 2022 heeft de CFO van Douglas aan verzoeker in een gesprek meegedeeld dat zijn positie als bestuurder van Disapo volstrekt onhoudbaar is geworden door zijn handelen en er onvoldoende vertrouwen aanwezig is om met elkaar verder te gaan. Verzoeker is vervolgens per direct geschorst, waarbij hem het besluit daartoe van 5 december 2022 is overhandigd en een uitnodiging voor een buitengewone vergadering van aandeelhouders van Disapo op 14 december 2022 met als agendapunt het voorgenomen besluit tot ontslag van verzoeker als statutair bestuurder van Disapo en in het verlengde daarvan de opzegging van de managementovereenkomst. In de buitengewone vergadering van aandeelhouders van Disapo van 14 december 2022, waarbij verzoeker niet aanwezig was, is besloten tot ontslag van verzoeker als statutair bestuurder van Disapo. Bij brief van dezelfde dag heeft Disapo de managementovereenkomst opgezegd. Bij e-mailbericht van 30 januari 2023 is verzoeker opgeroepen voor een buitengewone vergadering van aandeelhouders op 8 februari 2023, waar opnieuw zijn ontslag als statutair bestuurder op de agenda stond, voor het geval een rechter zou oordelen dat het ontslagbesluit van 14 december 2022 niet rechtsgeldig was genomen. Op 8 februari 2023 is verzoeker - voor zover nodig - opnieuw ontslagen en is de managementovereenkomst nogmaals opgezegd. Verzoeker heeft een kortgedingprocedure gestart bij de rechtbank Amsterdam en onder meer schorsing van het schorsingsbesluit van 5 december 2022 en de ontslagbesluiten van 14 december 2022 en 8 februari 2023 en hervatting van zijn werkzaamheden gevorderd. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen. Verzoeker verzoekt voorwaardelijk - indien en voor zover er sprake is van een rechtsgeldig ontslagbesluit d.d. 14 december 2022 en/of 8 februari 2023 - bij beschikking onder meer betaling van een transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 100.000 bruto.
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter staat centraal de vraag of de managementovereenkomst gekwalificeerd dient te worden als een arbeidsovereenkomst, zoals verzoeker stelt, dan wel een overeenkomst van opdracht, zoals Disapo stelt. De kantonrechter stelt voorop dat partijen die een overeenkomst sluiten die strekt tot het verrichten van werk tegen betaling, deze overeenkomst op verschillende wijzen kunnen inrichten, en dat wat tussen hen heeft te gelden wordt bepaald door hetgeen hun bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Aan de hand van de op deze wijze vastgestelde inhoud van de overeenkomst kan de rechter vervolgens bepalen of de overeenkomst behoort tot een van de in de wet geregelde bijzondere overeenkomsten. Daarbij is niet één kenmerk beslissend, maar moeten de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden in hun onderling verband worden bezien, gelet op alle ter zake dienende omstandigheden van het geval. Dergelijke omstandigheden kunnen onder meer zijn de maatschappelijke positie van partijen alsmede op wiens initiatief de wijze van betaling van de tegenprestatie tot stand is gekomen (vgl. HR 14 november 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2495, Groen/Schoevers en HR 13 juli 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6231, Thuiszorg Rotterdam/PGGM). De kantonrechter oordeelt dat er tussen partijen geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, omdat (a) in de managementovereenkomst is opgenomen dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling van partijen is om een arbeidsovereenkomst aan te gaan, (b) de managementovereenkomst onlosmakelijk is verbonden is met de koopovereenkomst, (c) partijen in de koopovereenkomst een earn out-regeling hebben opgenomen en zodoende nadere afspraken hebben gemaakt over de wijze waarop verzoeker in ieder geval gedurende de looptijd van de earn out-regeling door middel van een managementovereenkomst verbonden zou blijven aan het bedrijf, (d) uit de managementovereenkomst kan worden afgeleid dat verzoeker een grote mate van zelfstandigheid had om binnen Disapo te opereren, (e) verzoeker voor wat betreft de overeengekomen koopprijs een ondernemersrisico draagt, (f) verzoeker vanuit BrandsCommerce op factuurbasis declareerde en (g) er geen loonheffing heeft plaatsgevonden en er ook geen premies zijn ingehouden op de management fee. Voor zover verzoeker niet het advies heeft opgevolgd om zich bij de onderhandelingen en de totstandkoming van de overeenkomst te laten bijstaan door een juridisch adviseur kan hij dit niet aan Disapo en Douglas tegenwerpen.