Naar boven ↑

Rechtspraak

wernemer/Stichting A c.s.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 2 mei 2023
ECLI:NL:GHSHE:2023:1361
Onderwijsondersteuner heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij werkzaam was als leraar LB.

Feiten

Stichting B is een onderwijsinstelling. Zij is in 2019 ontstaan uit de fusie tussen X College en ROC.  Stichting A is een personeelsstichting waarvan Stichting B het bestuur vormt en waarover Stichting B de zeggenschap heeft. Als personeelsstichting sluit Stichting A arbeidsovereenkomsten met werknemers die vervolgens aan Stichting B worden uitgeleend. Per mail van 14 juli 2017 heeft de administratief medewerkster bij ROC werknemer meegedeeld dat hij per 1 september 2017 als docent LB gaat starten. Bij brief van 19 september 2017 is vastgelegd dat werknemer met ingang van 1 september 2017 als onderwijsondersteuner B in dienst is getreden bij Stichting A. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de cao mbo wordt gevolgd met uitzondering van twee regelingen. Per brief van 4 juni 2019 heeft de raad van bestuur van Stichting 2 het einde van de arbeidsovereenkomst per 13 juli 2019 aan werknemer meegedeeld. Stichting A is vervolgens per 13 juli 2019 gestopt met het betalen van loon. In hoger beroep staat de vraag centraal of werknemer beloond had moeten worden als leraar LB. Werknemer legt aan de deze vordering in de kern ten grondslag dat hij ten onrechte en in strijd met de cao mbo werd benoemd in de functie onderwijsondersteuner B met schaal 8, terwijl hij voldeed aan alle eisen voor docent LB met schaal 9. Volgens werknemer heeft Stichting A hem daarna ook steeds taken opgedragen en tewerkgesteld als docent LB, terwijl hij slechts werd beloond als onderwijsondersteuner B.

Oordeel

Tussen partijen is niet in geschil dat werknemer heeft gesolliciteerd op een vacature voor tijdelijk onderwijsondersteuner en dat werknemer vervolgens per 1 september 2017 voor bepaalde tijd in dienst van Stichting A is getreden als onderwijsondersteuner B. Werknemer betoogt echter dat hij destijds wel werd benoemd in de door hem aanvaarde functie onderwijsondersteuner B, maar dat Stichting A hem toen ook had kunnen en behoren te benoemen als docent LB. Zelfs bij juistheid maakt dit die toenmalige benoeming als zodanig echter niet anders. Voor zover werknemer inroept dat hij toen al voldeed aan alle eisen voor docent LB (waaronder de voor een aanstelling als docent LB benodigde opleidingen) en dat de op hem betrekking hebbende VOG in augustus 2017 ook is aangevraagd en verleend voor de functie van docent LB, laat dat zijn indiensttreding en benoeming per 1 september 2017 in de functie onderwijsondersteuner B als zodanig onverlet. Voor zover de administratief medewerkster eerder per e-mail van 14 juli 2017 aan werknemer had geschreven met het oog op zijn aanstelling als docent LB nog enkele bescheiden nodig te hebben, heeft werknemer dat redelijkerwijs niet als een bevoegd namens Stichting A gedane toezegging mogen zien. Bovendien heeft werknemer nadien op 29 september 2017 nog het arbeidscontract (mee)ondertekend, dat als de bedongen arbeid of functie van werknemer ook vermeldde: '(…) Onderwijsondersteuner B. (…) functieschaal 08 (…)'. Dat werknemer na indiensttreding (alsnog) is benoemd in de functie docent LB, heeft werknemer niet (voldoende) gesteld. Werknemer heeft ook zelf van meet af aan steeds aangegeven dat zijn bedongen arbeid bij verlenging en uitbreiding van zijn arbeidscontract per 15 juli 2018 ongewijzigd onderwijsondersteuner B is gebleven. Werknemer betoogt wel dat hem tijdens zijn dienstverband steeds taken zijn opgedragen en dat hij toen steeds tewerk is gesteld als docent LB, waardoor hij volgens de cao mbo recht zou hebben gekregen op beloning als docent LB. Dat betoog treft echter geen doel. Werknemer beroept zich hiervoor op artikel 12 Wet CAO. Dat artikel kan in voorkomend geval echter hooguit leiden tot de nietigheid van een met een cao strijdig arbeidsvoorwaardenbeding, maar niet tot een nietigheid of wijziging van de bedongen arbeid of functie. Bovendien concretiseert en verduidelijkt werknemer niet (voldoende) dat hem tijdens zijn dienstverband steeds taken zijn opgedragen en dat hij toen steeds tewerk is gesteld als volwaardig docent LB.