Feiten

Roele de Vries is een bedrijf dat zich toelegt op het inzamelen van afval en verwerken van afvalstromen. Tot de werkzaamheden behoort onder meer het ophalen van afval bij opdrachtgevers. Werknemer is met ingang van 22 februari 2021 bij Roele de Vries in dienst getreden als chauffeur. In eerste instantie was werknemer werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze is met ingang van 22 september 2021 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Roele de Vries heeft, nadat zij bekend is geraakt met de veroordeling van werknemer, de loonbetalingen aan hem gestaakt met ingang van 1 maart 2023. Roele de Vries verzoekt onder meer de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten.

Oordeel

Detentie van een werknemer hoeft niet altijd tot ontbinding te leiden, en de specifieke omstandigheden van het geval spelen een rol bij de beoordeling. In dit geval rechtvaardigen de omstandigheden de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer. Werknemer zit een langdurige gevangenisstraf uit, waardoor hij gedurende lange tijd niet aan zijn arbeidsverplichtingen kan voldoen. Roele de Vries betaalt weliswaar vanaf 1 maart 2023 geen loon meer aan werknemer, maar dat betekent op zichzelf niet dat Roele de Vries geen belang heeft bij de beëindiging van het dienstverband. Roele de Vries heeft een nieuwe chauffeur moeten aannemen om het werk van werknemer over te nemen. Daarnaast is er onzekerheid of werknemer na zijn vrijlating een verklaring omtrent het gedrag (VOG) zal krijgen, wat essentieel is voor zijn functie. Daarom kan van Roele de Vries redelijkerwijs niet verwacht worden dat zij het dienstverband met wernemer voortzet, en het verzoek tot ontbinding wordt toegewezen. De arbeidsovereenkomst eindigt op 1 augustus 2023. De kantonrechter oordeelt ook dat werknemer recht heeft op een wettelijke transitievergoeding, omdat de strafbare feiten niet hebben plaatsgevonden tijdens het dienstverband met Roele de Vries, maar reeds (zeer) ver daarvoor en niet is betwist dat er in het Nederlandse rechtssysteem hoogstwaarschijnlijk geen gevangenisstraf maar een taakstraf zou zijn opgelegd, die er naar alle waarschijnlijkheid niet aan de in weg zou hebben gestaan dat werknemer de overeengekomen werkzaamheden had kunnen verrichten.