Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 29 juni 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:5760
Toewijzing vordering wedertewerkstelling. Werkgever heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er een redelijke en zwaarwegende grond is om werknemer op non-actief te stellen. Interne en externe rectificatie door werkgever.

Feiten

Werknemer is op 19 augustus 2019 in dienst getreden als Chief Commercial Officer (hierna: CCO) bij werkgever. Hij heeft € 200.154 in certificaten van aandelen als directielid geïnvesteerd. Op 7 februari 2023 is werknemer geïnformeerd dat zijn functie werd geschrapt. Werknemer is direct op non-actief gesteld met behoud van salaris en heeft een vaststellingsovereenkomst ontvangen waarin 1 april 2023 als einddatum van het dienstverband werd vermeld. In februari 2023 heeft werkgever  het UWV verzocht om toestemming voor ontslag, maar het verzoek werd geweigerd wegens het ontbreken van een redelijke grond. Op 9 juni 2023 heeft werkgever een verzoekschriftprocedure voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de rechtbank gestart. Werknemer eist onder meer de toelating tot zijn gebruikelijke werkzaamheden als CCO evenals een interne en externe rectificatie.

Oordeel

Werknemer heeft een spoedeisend belang bij zijn vordering tot wedertewerkstelling, omdat werkgever hem op non-actief heeft gesteld in afwachting van toestemming van het UWV voor het beëindigen van zijn arbeidsovereenkomst. Het UWV heeft echter geoordeeld dat er geen bedrijfseconomische grond is voor opzegging. Werkgever heeft nieuwe gronden aangevoerd in een recent ingediende ontbindingsprocedure, maar dit weegt niet op tegen het spoedeisend belang van werknemer. Volgens artikel 7:611 BW moet een werkgever een werknemer in staat stellen de overeengekomen arbeid te verrichten, tenzij er een redelijke en zwaarwegende grond is om hem dit te ontzeggen. Werknemer heeft altijd met inzet en betrokkenheid gewerkt en werkgever heeft niet voldoende aangetoond dat er een redelijke grond is om hem op non-actief te stellen. Daarom wordt de vordering tot wedertewerkstelling toegewezen. De handelswijze van werkgever, te weten de plotselinge op non-actiefstelling, direct gevolgd door het – zonder overleg – op de hoogte stellen van het Extended Leadership Team en de direct reports over het aankomende vertrek van werknemer en zijn afwezigheid per direct, is dermate belasterend en staat hervatting van zijn werkzaamheden in de weg, dat de rectificatie eveneens wordt toegewezen.