Feiten

Werkneemster is op 1 juli 2018 in dienst getreden bij Beter Horen B.V. (hierna: Beter Horen) als audicien. Haar arbeidsovereenkomst bevat een concurrentie- en relatiebeding. Op 25 april 2023 heeft werkneemster aangegeven dat zij wil overstappen naar een concurrerende onderneming binnen het gebied waarvoor het concurrentiebeding geldt. Ze heeft verzocht om het concurrentiebeding te matigen tot een straal van 20 kilometer, maar Beter Horen heeft dit verzoek afgewezen. Op 28 april 2023 heeft werkneemster haar dienstverband bij Beter Horen opgezegd en is ze als audicien in dienst getreden bij bedrijf X, een directe concurrent van Beter Horen. Werkneemster is daar voorlopig voor een periode van vier maanden werkzaam. Begin mei 2023 heeft werkneemster contact gezocht met Beter Horen om tot afspraken over het concurrentiebeding te komen. Beter Horen heeft voorgesteld om het concurrentiebeding te matigen tot 1 jaar, maar werkneemster heeft dit voorstel niet geaccepteerd. Zij vordert in kort geding onder meer gehele of gedeeltelijke schorsing van het concurrentie- en relatiebeding.

Oordeel

Werkneemster wil bij bedrijf X in dienst treden, waar ze een salarisverhoging van 15% krijgt en betere werkomstandigheden. Beter Horen heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat werkneemster beschikt over knowhow die door het concurrentiebeding wordt beschermd. Ook is niet aangetoond dat het bedrijfsdebiet van Beter Horen wordt aangetast. Beter Horen stelt dat klantenbinding een belangrijk aspect is en dat klanten haar zullen volgen naar bedrijf X. Het uitgevoerde klantenonderzoek is echter ontoereikend om deze stelling te onderbouwen. Daarom is de kantonrechter voorshands van oordeel dat het belang van werkneemster om van het concurrentiebeding te worden ontheven, groter is dan het belang van Beter Horen bij handhaving ervan. Het concurrentiebeding wordt daarom geschorst. De vordering tot schorsing van het relatiebeding per 1 juni 2024 wordt afgewezen omdat werkneemster heeft verklaard dit beding te accepteren als het concurrentiebeding wordt geschorst, en zij onvoldoende heeft onderbouwd waarin haar belang bij schorsing van het relatiebeding ligt.