Feiten

Werknemer is per 1 mei 2022 in dienst getreden bij SAAZ Handel B.V. (hierna: SAAZ) tegen een brutosalaris van € 3.004,33 per maand. Per 1 augustus 2022 is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op het loon van werknemer is enkele tijd derdenbeslag gelegd door schuldeisers van werknemer. Werknemer vordert onder meer de toewijzing van achterstallig loon inclusief wettelijke rente, nu SAAZ structureel tekortschiet in het tijdig en volledig betalen van het loon van werknemer.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer vordert achterstallig loon, inclusief wettelijke rente, over de periode mei 2021 tot en met april 2023. SAAZ erkent ter zitting dat ten onrechte is uitgegaan van een onjuist brutoloon, waarvan de correctie in de grootte ligt van het gevorderde bedrag van werknemer. SAAZ wil de vordering verrekenen met een aantal buitenlandvergoedingen, die aan werknemer zijn betaald maar waarop werknemer geen recht zou hebben gehad. Werknemer geeft aan wel degelijk recht te hebben op de buitenlandvergoedingen en deze dus terecht te hebben ontvangen. Voor een beroep op verrekening ex artikel 6:136 BW dient de tegenvordering op eenvoudige wijze vast te stellen te zijn. De eenvoudige vaststelling is in dit geval niet mogelijk door de betwisting van werknemer. In dit kort geding kan niet worden vastgesteld of de toegekende buitenlandvergoedingen ten onrechte zijn voldaan. Een beroep op verrekening wordt om voorgaande reden niet toegewezen. Het gevorderde bedrag aan achterstallig loon is toewijsbaar, inclusief wettelijke rente. De wettelijke rente wordt toegekend, maar gematigd tot 10 procent, nu duidelijk is geworden dat het SAAZ niet altijd bekend was hoeveel loon overgemaakt diende te worden in verband met verschillende loonbeslagen en onduidelijkheid van de beslagvrije voet.