Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 2 augustus 2023
ECLI:NL:RBGEL:2023:4462
Feiten
Werknemer is op 5 september 2022 in dienst getreden bij RV Vastgoedonderhoud B.V. (hierna: RV Vastgoedonderhoud) als vertegenwoordiger met arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 12 maanden. Op 8 mei 2023 heeft werknemer zich ziekgemeld. Hierna volgde er een telefoongesprek met zijn leidinggevende dat leidde tot een woordenwisseling. Werknemer heeft daarna per WhatsApp zijn excuses aangeboden voor zijn aandeel in de ruzie. Op 8 mei 2023 heeft RV Vastgoedonderhoud werknemer op staande voet ontslagen via e-mail, met vermelding van geschillen over files, rijroutes en gedrag jegens collega's als redenen. Op 16 mei 2023 heeft werknemer verzocht om het ontslag op staande voet in te trekken, maar RV Vastgoedonderhoud weigerde. Werknemer verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet onregelmatig heeft plaatsgevonden. Daarnaast verzoekt hij de betaling van een transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding.
Oordeel
RV Vastgoedonderhoud heeft volgens de kantonrechter geen geldige redenen aangedragen om het ontslag te rechtvaardigen. De e-mail van RV Vastgoedonderhoud gaf geen voldoende dringende redenen voor het ontslag op staande voet en het bedrijf heeft het ontslag te snel ingezet als maatregel. Het verzoek van werknemer om te verklaren dat het ontslag niet aan de wettelijke eisen voldoet, wordt toegewezen. Werknemer berust in het gegeven ontslag, en daarom is de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 8 mei 2023 geëindigd. Daarmee staat ook vast dat RV Vastgoedonderhoud de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd zonder de opzegtermijn in acht te nemen. De verzochte opzegvergoeding van € 5.470,97 bruto wordt toegewezen. De transitievergoeding bedraagt € 878,90 bruto. RV Vastgoedonderhoud moet ook een billijke vergoeding betalen vanwege het onrechtmatige ontslag. De kantonrechter bepaalt de billijke vergoeding op € 3.000 bruto.