Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 31 maart 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:3053
Kort geding. Vordering tot betaling ziekengeld toegewezen. Voldoende aannemelijk dat werkneemster in dienst is van gedaagde en niet van een gelieerde vennootschap in faillissement.

Feiten

Werkneemster heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 24 maanden ingaande op 1 februari 2022 ondertekend. Als werkgever staat werkgeefster daarop vermeld. Vanaf februari 2022 ontvangt zij ook salarisstroken waarop werkgeefster als werkgever vermeld staat. Eerder (sinds 1 september 2019) had werkneemster een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met onderneming 1 B.V., een aan werkgeefster gelieerde vennootschap. Werkneemster is op enig moment na 1 februari 2022 arbeidsongeschikt geraakt vanwege COVID en is nadien niet meer in staat geweest om werkzaamheden te verrichten. Werkgeefster heeft werkneemster vanaf januari 2023 geen loon meer betaald. Op 23 januari 2023 heeft werkneemster van de curator van onderneming 1 B.V. een brief ontvangen waarin de arbeidsovereenkomst van werkneemster met deze vennootschap werd opgezegd. Werkneemster heeft de curator hierop bericht dat zij niet in dienst is van onderneming 1 B.V. maar van werkgeefster. Op 30 januari 2023 heeft de curator werkneemster bericht dat het UWV heeft aangegeven dat werkneemster in de systemen van het UWV niet is gekoppeld aan onderneming 1 B.V. en daar niet in dienst is. In deze procedure vordert werkneemster onder meer dat de kantonrechter werkgeefster veroordeelt haar loon (ziekengeld) te betalen over de maanden januari en februari 2023 en voor de toekomst. 

Oordeel 

De kantonrechter acht op basis van de overgelegde stukken en de door werkneemster ingenomen standpunten voorshands voldoende aannemelijk dat werkneemster in dienst is van werkgeefster. Werkneemster heeft een door haar ondertekende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met werkgeefster overgelegd en op de door haar overgelegde salarisstroken over de periode februari 2022 tot en met januari 2023 staat werkgeefster als werkgever vermeld. Verder volgt uit het overgelegde bericht van de curator en de schermuitdraai van het UWV portaal dat het UWV van oordeel is dat werkneemster bij werkgeefster in dienst is. Het personeelsdossier bevat ook een getekende arbeidsovereenkomst per 1 februari 2022 met onderneming 1 B.V. De kantonrechter is van oordeel dat als wordt uitgegaan van de geldigheid van beide overeenkomsten, er sprake is van een onduidelijke situatie die in beginsel voor rekening en risico van werkgeefster komt. Ook als er sprake is geweest van een vergissing, zoals door de heer naam 1 op de zitting is betoogd, had het op de weg van werkgeefster gelegen om in de nieuwe overeenkomst, of desnoods later maar toch ten minste schriftelijk en eerder dan nu is gebeurd, melding te maken van de ongeldigheid van de eerdere overeenkomst. Het is voldoende aannemelijk geworden dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat werkneemster in dienst is bij werkgeefster. Dat betekent dat werkgeefster in beginsel gehouden is om aan werkneemster haar salaris te voldoen. Werkneemster maakt in dit geval aanspraak op loondoorbetaling tijdens ziekte.