Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 5 september 2023
ECLI:NL:RBNHO:2023:8950
Feiten
Werknemer is sinds april 2018 werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in het Justitieel Complex Zaanstad (JC Zaanstad). Hij begon met een tijdelijke aanstelling die later werd omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Er hebben zich meerdere incidenten met mogelijke inbreuken op de integriteitsregels voorgedaan waarbij werknemer betrokken was. Zo is op camerabeelden te zien hoe werknemer een Albert Heijntas aan een gedetineerde overhandigt. Hier zat vermoedelijk eten in. Als reactie op de incidenten heeft de directie van JC Zaanstad interne onderzoeken uitgevoerd en gesprekken met werknemer gevoerd. Hij is vervolgens geschorst in afwachting van verdere onderzoeksresultaten. Daarnaast hebben verschillende getuigen verklaringen afgelegd over de gang van zaken binnen JC Zaanstad, waaruit blijkt dat sommige van de (ongewenste) praktijken, zoals samen koken met gedetineerden en informele interacties, vaker voorkwamen in de werkomgeving. DJI verzoekt onder meer de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden vanwege verwijtbaar handelen dan wel een verstoorde arbeidsverhouding.
Oordeel
De kantonrechter heeft geoordeeld dat DJI volgens de regels heeft gehandeld bij het veiligstellen van de CCTV-beelden en dat toestemming van de ondernemingsraad niet vereist was. Daarom kunnen de beelden in de procedure worden gebruikt. De kantonrechter concludeert dat werknemer een aantal keren de geldende gedragsregels heeft overtreden en dat dit hem kan worden aangerekend. Vaststaat dat werknemer etenswaren heeft binnengebracht. De andere verwijten die DJI werknemer heeft gemaakt, zijn niet komen vast te staan. Dat betekent dat naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake is van een voldragen e-grond. Er is volgens de kantonrechter wel sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer heeft de grenzen van professionele distantie niet altijd in acht genomen, en herhaaldelijk de gedragsregels en kernwaarden van DJI geschonden zonder inzicht te tonen in zijn gedrag. Dat maakt dat voldoende aannemelijk is geworden dat DJI het vertrouwen in werknemer op goede gronden, geheel en definitief, heeft verloren en dat sprake is van een zodanig verstoorde verhouding dat van DJI redelijkerwijs niet langer gevergd kan worden werknemer in dienst te houden. Dit gedrag brengt de veiligheid binnen de instelling in gevaar. Daarom is de arbeidsovereenkomst ontbonden op grond van de g-grond. Werknemer heeft recht op een transitievergoeding omdat hij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten. De hoogte van de vergoeding van € 7.234,94 bruto is door DJI niet betwist en wordt dus toegewezen.