Feiten

Werknemer is met ingang van 10 januari 2022 door X gedetacheerd bij werkgeefster in de functie van lead engineer. A is leidinggevende van werknemer en is in september 2022 ernstig ziek geworden. Werknemer heeft daarom in overleg met werkgeefster vanaf oktober 2022 extra (leidinggevende) taken verricht. Daarnaast heeft werkgeefster een interim operationeel manager aangenomen, B, die de taken van A geleidelijk heeft overgenomen.  Op 4 november is met werknemer gesproken over zijn mogelijke indiensttreding bij werkgeefster. Op 26 januari 2023 zijn partijen een arbeidsovereenkomst aangegaan waarin staat dat werknemer per 1 maart 2023 bij werkgeefster voor onbepaalde tijd in dienst treedt in de functie van teamleider tekenaars en engineers. De arbeidsovereenkomst verwijst naar een bijgevoegd functieprofiel, maar dit was niet bijgevoegd en bestond destijds ook niet. Op de arbeidsovereenkomst is de algemeen verbindend verklaarde cao Technisch Installatiebedrijf van toepassing. Op 4 april 2023 is aan werknemer onder meer meegedeeld dat de tekenaars hebben gemeld dat zij niet prettig met hem samenwerken in zijn rol als teamleider. Volgens werkgeefster had op de arbeidsovereenkomst nooit de functienaam teamleider vermeld mogen worden. Partijen hebben daarna verschillende gesprekken gevoerd en met elkaar gecorrespondeerd over de functienaam van werknemer. Tijdens deze gesprekken heeft werkgeefster aan werknemer voorgesteld dat de werkzaamheden ongewijzigd blijven maar dat zijn functienaam wijzigt van ‘teamleider’ in ‘lead engineer’. Werknemer heeft dit voorstel afgewezen. Werkgeefster heeft werknemer vervolgens op 23 mei 2023 meegedeeld dat zij heeft besloten de functie van teamleider tekenaars en engineers per 1 juni 2023 op te heffen en werknemer per die datum aan te stellen als lead engineer. Op 31 mei 2023 is dit per e-mail aan alle werknemers gecommuniceerd. Werknemer vordert onder meer werkgeefster te veroordelen werknemer terug te plaatsen in zijn oorspronkelijke functie en dit per e-mail aan haar werknemers te communiceren.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. In de arbeidsovereenkomst van werknemer staat dat hij de functie van teamleider heeft. Verder is voldoende komen vast te staan dat werknemer tijdens de waarneming van A een deel van diens leidinggevende taken is gaan verrichten. Ter zitting is daarnaast gebleken dat werkgeefster niet duidelijk heeft gecommuniceerd wanneer B alle leidinggevende taken van A heeft overgenomen. Het ligt dus voor de hand om aan te nemen dat werknemer de tijdelijke taken van A uiteindelijk blijvend is gaan doen. Daarvoor kan ook steun worden gevonden in de omstandigheid dat de tekenaars zich zijn gaan beklagen over werknemer in zijn rol als teamleider. De feitelijke werkzaamheden van werknemer, waaronder de leidinggevende taken van A, zijn voorts met het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor de functie van teamleider per 1 maart 2023 geformaliseerd. Dit blijkt eveneens uit de e-mails over opheffing van de functie ‘teamleider’. De kantonrechter is daarom voorshands van oordeel dat werknemer sinds 1 maart 2023 de functie van teamleider met leidinggevende taken heeft. Het standpunt van werkgeefster dat zij de functie van werknemer per 1 juni 2023 mocht wijzigen, moet worden afgewezen omdat een zwaarwichtig belang bij het wijzigen niet aannemelijk is. Of werkgeefster werknemer zonder enige beperking in staat moet stellen zijn oude functie te vervullen, roept vragen op, omdat de tekenaars hebben geklaagd over werknemer in de rol van teamleider en werknemer thans is ziek gemeld. Dat kan bij toewijzing van de gevraagde voorziening zonder enige beperking tot uitvoeringsproblemen leiden. Partijen zullen daarom eerst in gesprek moeten. De vorderingen worden (deels) toegewezen.