Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/MCW Yours B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 4 oktober 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:9382
Kort geding. Loonvordering. Samenloop artikel 7:628 en 7:629 BW. Voor wiens rekening komt de omstandigheid dat werkneemster niet kan werken?

Feiten

Werkneemster is op 1 januari 2018 in dienst getreden van MCW Yours  B.V.  (hierna: MCW Yours) als kapper. Zij werkte 20 uur per week voor MCW Yours en haar loon bedroeg laatstelijk € 1.244,93 bruto per maand. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor het Kappersbedrijf van toepassing verklaard. Vanaf enig moment bevond werkneemster zich in een gewelddadige relatie en thuissituatie, waardoor zij uiteindelijk door de politie en Veilig Thuis met haar minderjarige kind is ondergebracht in een zgn. safehouse. Op 24 januari 2023 heeft naar aanleiding van de plaatsing in het safehouse een telefoongesprek plaatsgevonden tussen werkneemster en de statutair bestuurder van MCW Yours. Sindsdien is werkneemster niet meer op het werk verschenen. MCW Yours heeft vanaf februari 2023 geen loon meer betaald omdat zij van mening is dat werkneemster tijdens het telefoongesprek op 24 januari 2023 haar arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Vanaf 22 maart 2023 ontvangt werkneemster een Ziektewetuitkering van het UWV. Werkneemster vordert onder meer achterstallig loon en vakantietoeslag.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter strandt de eis van werkneemster tot betaling van achterstallig loon op inhoudelijke gronden. De kantonrechter stelt voorop dat MCW Yours niet wordt gevolgd in haar stelling dat werkneemster haar arbeidsovereenkomst tijdens het telefoongesprek op 24 januari 2023 heeft opgezegd, laat staan dat zij dat ondubbelzinnig heeft gedaan. MCW Yours heeft namelijk niet als zodanig gehandeld, bijvoorbeeld door het sturen van een bevestiging van de opzegging of een eindafrekening. De kantonrechter gaat ervan uit dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog bestaat. Desondanks is het volgens de kantonrechter onvoldoende aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure de loonvordering toewijst. Tussen partijen is niet in geschil dat het safehouse is gelegen op grote afstand van Capelle aan den IJssel en MCW Yours heeft onweersproken gesteld dat werkneemster aan de statutair bestuurder heeft verteld dat zij het safehouse niet mocht verlaten, al helemaal niet om te werken in Capelle aan den IJssel. De primaire oorzaak dat zij vanaf 24 januari 2023 niet meer heeft gewerkt voor MCW Yours is dus - naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter - gelegen in die situatie, en niet in (eventuele) ziekte van werkneemster. Hoe moeilijk die situatie ook voor haar is, het is voldoende aannemelijk dat de reden voor het niet werken (het onderbrengen in een safehouse) in redelijkheid voor rekening van werkneemster komt (art. 7:628 BW). MCW Yours heeft daarop immers geen enkele invloed kunnen uitoefenen. Indien aangenomen wordt dat sprake is van ziekte bij werkneemster (nog daargelaten of zij zich wel heeft ziekgemeld bij MCW Yours), is sprake van een samenloop van ziekte met een primaire oorzaak voor niet werken waarbij (naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter) geen recht op loon bestaat. In dat geval bestaat ook geen recht op loonbetaling op grond van artikel 7:629 BW. Tijdens de mondelinge behandeling heeft MCW Yours erkend dat zij nog vakantietoeslag aan werkneemster moet betalen. De vordering tot betaling van achterstallig loon wordt afgewezen.