Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 27 juli 2023
ECLI:NL:RBLIM:2023:4443
Feiten
Stichting VieCuri (Viecuri) is een topklinisch ziekenhuis. Werkneemster is op 1 april 2013 bij VieCuri in dienst getreden. Op 10 oktober 2019 is werkneemster arbeidsongeschikt uitgevallen vanwege een burn-out. Er heeft vervolgens een re-integratietraject plaatsgevonden, maar werkneemster is nooit volledig hersteld. Op 10 juli 2021 heeft werkneemster een WIA-uitkering aangevraagd die haar door het UWV per 7 oktober 2021 is toegekend. Op 31 mei 2022 heeft VieCuri toestemming van het UWV gekregen om de arbeidsovereenkomst met werkneemster op te zeggen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Vervolgens heeft VieCuri de arbeidsovereenkomst bij brief van 13 juni 2022 tegen 1 augustus 2022 opgezegd. Werkneemster verzoekt VieCuri te veroordelen om een billijke vergoeding te betalen van € 582.926,12 bruto.
Oordeel
Werkneemster betoogt dat er in haar geval sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Ze verwijst naar medische documenten waaruit blijkt dat ze overbelast is geraakt. Het gestelde ernstig verwijtbaar handelen van VieCuri kan worden onderverdeeld in twee delen, namelijk (i) de werkdruk was te hoog en VieCuri heeft hier niet adequaat op gereageerd, waardoor werkneemster arbeidsongeschikt is geworden en (ii) VieCuri heeft in ernstige mate niet voldaan aan haar re-integratieverplichtingen. Wat betreft de periode vóór de ziekmelding betoogt werkneemster dat de werkdruk te hoog was en dat VieCuri hier niet adequaat op heeft gereageerd. VieCuri stelt echter dat de werkdruk voornamelijk werd veroorzaakt door de wijze waarop werkneemster haar functie uitvoerde. Het is duidelijk dat de initiële arbeidsomvang niet goed was vastgesteld, maar de kantonrechter wijst erop dat VieCuri stappen heeft ondernomen om dit te corrigeren en dat werkgeefster de mogelijkheid had om de werkdruk aan te kaarten. De kantonrechter concludeert dat VieCuri niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, maar dat Viecure een proactievere houding had kunnen aannemen (net als werkneemster zelf). In de periode na de ziekmelding heeft VieCuri naar het oordeel van de kantonrechter ook niet ernstig verwijtbaar gehandeld met betrekking tot de re-integratieverplichtingen. Het UWV heeft de re-integratieactiviteiten beoordeeld en geen tekortkomingen geconstateerd. De opzegging van de arbeidsovereenkomst is aldus niet het gevolg geweest van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van VieCuri. Daarom wordt aan werkneemster geen billijke vergoeding toegekend.