Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 19 oktober 2023
ECLI:NL:RBAMS:2023:6486
Feiten
Werknemer is sinds 1 april 2018 in dienst van Amstelring, een zorginstelling. Werknemer werd voornamelijk ingezet in de nachtdiensten. Er zijn dan geen andere verpleegkundigen op de afdeling werkzaam. In zowel de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden als het protocol Gedragsrichtlijnen en de brochure van de Gezondheidszorg staan regels over seksueel (grensoverschrijdend) gedrag. Op 12 juni 2023 heeft een bewoonster van de Zorgherberg (hierna: de cliënt) aan een medewerker gemeld dat werknemer zich jegens haar seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. Naar aanleiding van deze melding is Amstelring een onderzoek gestart. Werknemer is ook gehoord. Werknemer is met ingang van 16 juni 2023 vrijgesteld van werkzaamheden. De ingestelde onderzoekscommissie concludeert ten aanzien van bepaalde gedragingen van werknemer dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag, en daarmee geweld, in de zorgrelatie. Amstelring verzoekt ontbinding primair wegens verwijtbaar handelen.
Oordeel
Hoewel werknemer enkele van de hem verweten gedragingen en uitingen ontkent, kan als vaststaand worden aangenomen dat werknemer in het bijzijn van cliënt een zogenoemde ‘wimpie’ over zijn onderbroek heeft gedragen. Ook heeft werknemer in een gesprek met cliënt over het seksueel misbruik dat zij in het verleden heeft meegemaakt opgemerkt: “Als ik nou geil word van jou, en ik moet zo nodig wat met je, dat doe je dan niet zoals ‘die drie’ dat gedaan hebben, dat kan je toch niet maken. Dan zou ik liever naar de wc gaan en me daar aftrekken”. Ook staat vast dat werknemer een 89-jarige patiënte heeft aangemoedigd zichzelf te bevredigen en deze zeer intieme seksuele informatie met cliënt heeft gedeeld. Verder heeft werknemer opmerkingen gemaakt over de kleur van een bh van een patiënte, die over haar stoel hing en het bovenste randje van zijn eigen ondergoed getoond dat dezelfde kleur zou hebben. Werknemer heeft bovendien informatie over zijn seksleven met collega’s en patiënten gedeeld en seksueel getinte opmerkingen en grappen gemaakt in het bijzijn van collega’s. Van enige professionele distantie die van werknemer als verpleger verlangd mag worden is in deze gevallen geen sprake geweest. Werknemer stelt dat hij zeer openhartig is. Werknemer verliest daarbij echter uit het oog dat de mate waarin dergelijke openhartigheid al dan niet op prijs wordt gesteld zich lastig laat inschatten. Duidelijk is in elk geval dat deze openhartigheid door enkele patiënten als bedreigend is ervaren. De patiënten verkeren in een kwetsbare positie en bevinden zich in de nachtelijke uren alleen met werknemer. In de verhouding tussen verpleger en patiënt is om die reden professionele distantie van groot belang. De conclusie is dat werknemer op momenten (seksueel) grensoverschrijdend heeft gehandeld. Naar het oordeel van de kantonrechter kan dit gedrag hem in ernstige mate worden verweten, nu het grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden in de relatie verpleger-patiënt. Dat werknemer naar zijn eigen zeggen geen seksuele bijbedoelingen had met zijn opmerkingen en gedragingen doet aan de ernst van de verwijten niet af. De ontbinding wordt toegewezen.