Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 6 december 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:6462
Feiten
Werknemer is vanaf 1 januari 2019 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam als directeur van een stichting (hierna: werkgeefster) die zich bezighoudt met de opvang van verwaarloosde, zieke en/of oude ezels in Nederland. Aan de zorg van werkgeefster zijn ongeveer 300 ezels toevertrouwd, waarvan het overgrote deel in pleeggezinnen is ondergebracht. De verhoudingen tussen werknemer en twee bestuursleden raken in 2023 ernstig verstoord. Werknemer verzoekt naar aanleiding van deze verstoring aan drie bestuursleden hun taken als bestuurder neer te leggen. Een van de bestuurders legt zijn taken neer, twee bestuurders niet. In augustus 2023 spreken werknemer en de twee bestuurders met een mediator, maar dit leidt niet tot een oplossing. Bij besluit van 25 oktober 2023 schorst het bestuur van werkgeefster werknemer en stelt hem vrij van werkzaamheden. Het bestuur trekt voorts de aan werknemer verleende volmacht om namens werkgeefster te handelen in. Van voornoemd besluit neemt werknemer kennis via de website van werkgeefster, waar staat vermeld dat werknemer is geschorst wegens integriteitsschendingen. Werkgeefster sommeert werknemer de administratie, inloggegevens en lijst met contactgegevens van de betrokkenen bij werkgeefster over te dragen aan het bestuur, maar werknemer geeft hier geen gehoor aan. Werkgeefster vordert veroordeling van werknemer tot afgifte van sleutels en volledige medewerking aan een ordelijke overdracht van zijn werkzaamheden en aan het herstel van de toegang (digitaal en fysiek) en een verbod voor werknemer tot het betreden van de locatie van werkgeefster. Werknemer vordert veroordeling van werkgeefster om hem toe te laten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden en interne en externe rectificatie.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan een op non-actiefstelling mogen zware eisen worden gesteld. Er moet sprake zijn van een zwaarwichtige reden, zoals misdragingen van een werknemer of een ernstig conflict tussen werkgever en werknemer of tussen de werknemer en andere werknemers. Dat de verhoudingen tussen het bestuur en werknemer ernstig zijn verstoord is overduidelijk, zodat kan worden aangenomen dat sprake is van een zwaarwichtige reden. Voorts is het belangrijk dat werkgever en werknemer in gesprek gaan over het voornemen tot op non-actiefstelling. Een werknemer dient de gelegenheid te krijgen zijn zienswijze kenbaar te maken over de zwaarwichtige reden(en) en het voornemen van werkgever. Hiervan is in dit geval geen sprake geweest. Na de mediationpoging lijken partijen niet meer met elkaar “on speaking terms”. Uit het dossier blijkt dat de ene beschuldiging de andere in rap tempo opvolgt, maar van met elkaar praten over de ontstane problemen is geen sprake. De kantonrechter neemt dit werkgeefster kwalijk. In plaats van in gesprek te gaan heeft werkgeefster werknemer op non-actief gesteld en dit bericht op de website geplaatst, waarmee werknemer kennis heeft genomen van de op non-actiefstelling. Dit wordt werkgeefster ook zwaar aangerekend. Op grond van het voorgaande is niet aannemelijk dat de op non-actiefstelling in een bodemprocedure in stand zal worden gelaten. De vorderingen van werkgeefster worden afgewezen. Nu de op non-actiefstelling waarschijnlijk geen stand zal houden, ligt de vordering tot wedertewerkstelling van werknemer voor toewijzing gereed en hieraan wordt een dwangsom verbonden. Verder is niet vast komen te staan dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan enige (integriteits)schendingen. Het is dan ook schadelijk voor werknemer geweest dat dergelijke berichten zijn verspreid. Om deze schade enigszins te beperken wordt werkgeefster veroordeeld de berichten over werknemer te rectificeren, zowel intern als extern.