Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkgever/Werknemer
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 7 november 2023
ECLI:NL:GHDHA:2023:2050
Partijen discussiƫren over de functiewaardering van de functie van werknemer. ORBA-methode.

Feiten

Bij tussenarrest van 6 oktober 2020 is M. van Stappershoed-Kruppa van AWVN als deskundige benoemd. In haar plaats is met instemming van partijen bij tussenarrest van 22 december 2020 als deskundige benoemd P. Kaufmann, senior organisatieadviseur van AWVN (hierna: de deskundige). De deskundige heeft op 10 maart 2023 zijn definitieve deskundigenbericht uitgebracht. Werkgever en werknemer hebben op 6 juni 2023 gereageerd op het deskundigenbericht. Het gaat in deze procedure over functiewaardering. Werknemer stelt primair dat hij de functie van banketbakker II vervulde, subsidiair de functie van banketbakker I en meer subsidiair de functie van productiemedewerker II.  Het hof heeft geoordeeld dat de deskundige voorlichting nodig heeft voor de functiewaardering van de bedrijfsfunctie van werknemer op grond van de ORBA-methode. Daartoe is de deskundige ingeschakeld.

Oordeel

Volgens werknemer wijst het gebruik van het woord “indruk” erop dat de deskundige niet zeker is over de feitelijke werkzaamheden. Het hof verwerpt dit standpunt. Het gebruik van het woord “indruk” wijst niet op onmogelijkheid. Het gaat er echter om dat de deskundige kennelijk voldoende aanknoping ziet om een betrouwbaar beeld van de feitelijke werkzaamheden te krijgen. Dit blijkt ook uit de rest van het deskundigenbericht. Het oordeel van de deskundige dat hij geen onderscheid kan maken tussen de werkzaamheden in tijdvakken is niet in geschil, en het gevolg daarvan komt voor risico van werknemer, op wie als gezegd de stelplicht en bewijslast rusten. Volgens de deskundige sluit het beeld van de werkzaamheden het meest aan bij de omschrijving van functie P.07 productiemedewerker II: het verrichten van handmatige, dan wel eenvoudige machinale productie-, controle- en/of inpakwerkzaamheden. Volgens hem komt dit, ook gezien de bezwarende omstandigheden en fysieke eisen overeen met niveau II. Voor de deskundige komt aan de kwestie van het maken van stroopwafels (punt a) niet het gewicht toe dat werknemer daaraan toekent. In het deskundigenbericht wordt het produceren van stroopwafels genoemd. In zijn brief van 9 maart 2023 (hierna: de brief) zegt de deskundige daarover dat die benoeming volstaat en verder geen gevolgen heeft voor de functie-indeling. Het hof ziet vanwege de deskundigheid van de deskundige geen reden om op dit punt anders te oordelen. Wel is het zo dat de deskundige over “Eén jaar in de leer geweest”  zegt dat hij dat niet eerder had vernomen, dat dit door werknemer moet worden bevestigd dan wel nader moet worden onderbouwd. Ten aanzien van de termijn van een jaar zegt de deskundige dat die “niet relevant/bepalend” is, maar “wel aantal leeruren onder normale omstandigheden”. Het hof ziet geen reden om er anders over te denken. De kwestie van het aantal leeruren is door werknemer in zijn memorie na deskundigenbericht noch elders ook niet verder uitgewerkt. De deskundige zegt in zijn brief dat hij zich niet kan herinneren dat de kwestie van het berekenen van de watertemperatuur aan de orde is geweest en stelt daarbij verder de vraag hoe deze temperatuur wordt berekend. (Het werken met verwerkingsmachines is door de deskundige in zijn brief geplaatst in de categorie “Bewaken van proces, waaronder instellen verwerkingsmachines (niet alleen verpakkingsmachines)”.) Hij heeft erover gezegd dat er in het concept van het deskundigenbericht al is vermeld dat er met een oven wordt gewerkt en dat sprake is van machinaal werken. Ook hier zegt de deskundige dat punt e verder geen gevolgen heeft voor de functie-indeling. Het hof sluit zich gelet op diens deskundigheid ook hierbij aan. Het is juist dat de cao bij de functie van P.03 banketbakker II meldt dat deze functie “vooral” in het ambachtelijke segment (banketbakker of patisserie) voorkomt, maar niet dat deze functie “alleen” in dat segment voorkomt. De bedoeling daarvan, uitgelegd volgens de cao-norm, is dat het type werk waar het hier om gaat – samengevat: secuur, verfijnd, hoogstaand vooral handmatig vakwerk waarbij nat gebak en verse producten worden gemaakt – vooral zal plaatsvinden bij de banketbakker en patisserie, maar niet uitgesloten is dat dit ook elders voorkomt. De deskundige is kennelijk van oordeel dat deze kwalificatie aan de werkzaamheden van werknemer niet toekomt en het hof sluit zich daarbij aan. Dat werkgever zich naar buiten toe profileert als banketbakker doet daar niet aan af. Het hof verwerpt de klacht dat de deskundige ten onrechte het door werknemer op 28 september 2021 gestuurde overzicht/opsomming van werkzaamheden buiten beschouwing heeft gelaten. Werknemer maakt niet concreet inzichtelijk welke relevante feiten ten aanzien van de werkzaamheden – anders dan de hiervoor genoemde kwesties – door de deskundige buiten beschouwing zijn gelaten.