Naar boven ↑

Rechtspraak

werkende/werkverschaffer
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Amersfoort), 4 december 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:6606
Onbetaalde LIO-stage op middelbare school kwalificeert niet als arbeidsovereenkomst. Uitleg CAO-bepaling.

Feiten

X heeft in het schooljaar 2021/2022 als leraar in opleiding (hierna: LIO) onbetaald gewerkt voor werkverschaffer. Daarmee heeft zij het diploma geschiedenisdocente tweede graad behaald. Per 1 augustus 2022 is X bij werkverschaffer in dienst getreden als lerares met een projectaanstelling voor de bepaalde tijd van één jaar. In deze procedure verzoekt X de kantonrechter werkverschaffer te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 1.745,88, achterstallig loon over de LIO-stageperiode, nabetaling van het salaris over het schooljaar 2022/2023 naar de minimumaanstelling van 0,5 fte en compensatie wegens het niet toepassen van de 20% lesreductie conform de toepasselijke Cao Voortgezet Onderwijs (hierna: Cao VO). Werkverschaffer verzoekt om vaststelling dat de door hem aan X verschuldigde transitievergoeding beperkt is tot € 558,38. Verder verzoekt werkverschaffer om alle overige verzoeken van X af te wijzen.

Oordeel

Kwalificatievraag

Afhankelijk van alle omstandigheden van het geval kan in bepaalde situaties naast een stageovereenkomst tevens sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. Hiertoe loopt de kantonrechter de vier vereisten voor een arbeidsovereenkomst langs. Allereerst arbeid. Van arbeid is geen sprake als in de overeenkomst de nadruk ligt op het leeraspect. De kantonrechter overweegt dat aan het feit dat X zelfstandig voor de klas stond geen doorslaggevende indicatie voor het aannemen van een arbeidsovereenkomst toekomt. In het kader van de opleiding moest immers ervaring worden opgedaan voor de klas en in de afsluitende stageperiode ligt het voor de hand dat de situatie waarin de stagiair de volledige verantwoordelijkheid heeft voor de les dicht benaderd wordt. Hierbij was sprake van begeleiding vanuit de school en de onderwijsinstelling, zodat van volledige zelfstandigheid bovendien geen sprake is. Aan het criterium arbeid is aldus niet voldaan. Dan loon. In de tussen partijen gesloten leerwerkovereenkomst staat expliciet dat de LIO-werkzaamheden onbetaald verricht worden, zodat eveneens geen sprake is van loon. Tussen partijen staat niet ter discussie dat er een gezagsverhouding aanwezig is geweest en dat X gedurende zekere tijd werkzaamheden heeft verricht voor werkverschaffer. Er is alles overziend geen sprake van een arbeidsovereenkomst.

Uitleg van de Cao VO

De vraag is hier of de projectaanstelling van X in het schooljaar 2022/2023 kwalificeert als een reguliere aanstelling conform de Cao VO. Wat onder een reguliere aanstelling moet worden verstaan, staat niet in de Cao VO en is dus een kwestie van uitleg van de cao. Van een projectaanstelling is sprake indien de werknemer uitsluitend is belast met werkzaamheden in het kader van projecten waarvoor additionele gelden ter beschikking zijn gesteld, of uitsluitend een dergelijke werknemer vervangt, een en ander voor ten hoogste 4 jaar (artikel 9.2 lid 4 sub d Cao VO). Een projectaanstelling is – gezien haar aard – aldus niet bedoeld als reguliere aanstelling, zodat de verzoeken tot nabetaling alsmede compensatie worden afgewezen.

Resumerend

Werkverschaffer heeft de transitievergoeding berekend op een bedrag van € 558,38. Dit bedrag zal worden toegewezen. X wordt tot slot veroordeeld in de proceskosten. Het overige wordt afgewezen.