Rechtspraak
Feiten
Werknemer is in dienst van werkgeefster in de functie van (maaltijd)bezorger. Op 23 oktober 2018 is hij in werktijd rijdend op een scooter (tijdens het bezorgen van een maaltijd) betrokken geraakt bij een verkeersongeval, als gevolg waarvan hij knieletsel heeft opgelopen en schade heeft geleden. Werknemer heeft werkgeefster meermaals een aansprakelijkstelling gezonden. Werkgeefster heeft de aansprakelijkheid steeds afgewezen. Op 25 mei 2020 is werknemer telefonisch benaderd door werkgeefster met de mededeling dat zij bereid is tot betaling van een schadevergoeding, zonder erkenning van aansprakelijkheid. In dat telefoongesprek heeft werkgeefster gevraagd naar de hoogte van het schadebedrag, waarop werknemer geen antwoord heeft. Werknemer verzoekt bij wijze van deelgeschil te bepalen (zeer kort samengevat) dat werkgeefster gehouden is tot nadere bevoorschotting omdat werkgeefster aansprakelijk is en dat de schadevergoedingsplicht gebaseerd moet zijn op de daadwerkelijk geleden en te lijden schade door werknemer alsmede ander nadeel dat werknemer heeft geleden door het handelen van werkgeefster, waarvan een eerste voorschot moet worden verstrekt van € 10.800, met begroting en vergoeding van de kosten van het deelgeschil. Werknemer heeft aan zijn vordering de artikelen 7:658 BW en 7:611 BW ten grondslag gelegd.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Artikel 7:658 BW is op de onderhavige situatie niet van toepassing, omdat – kort gezegd – zeggenschap van de werkgever op de openbare weg ontbreekt. Aansprakelijkheid kan met een beroep op artikel 7:611 BW worden bereikt. Op grond van voornoemd artikel en de op dat punt ontwikkelde jurisprudentie (reeds sinds 2005 met het arrest KLM/De Kuijer) rust op de werkgever op grond van goed werkgeverschap een verzekeringsplicht voor verkeersongevallen tijdens de uitoefening van werkzaamheden. Indien de werkgever zijn verzekeringsplicht niet nakomt omdat hij het sluiten van een behoorlijk verzekering achterwege laat en zijn werknemer in de uitoefening van diens werkzaamheden een verkeersongeval overkomt, dan is de werkgever aansprakelijk voor de schade die de werknemer lijdt als gevolg van het ongeval die anders zou zijn gedekt door een behoorlijke verzekering. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkgeefster haar verplichtingen uit hoofde van goed werkgeverschap geschonden omdat zij niet de maatregelen heeft getroffen die van haar in het kader van haar zorgplicht mochten worden verlangd, namelijk het afsluiten van een adequate verzekering, zodat zij aansprakelijk is voor de schade die werknemer lijdt en nog zal lijden als gevolg van het hem overkomen verkeersongeval. De verzoeken van werknemer worden toegewezen. De kantonrechter verklaart voor recht dat werkgeefster aansprakelijk is voor de schade van werknemer, veroordeelt werkgeefster tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding van € 10.800, begroot de kosten van het deelgeschil op € 3.595 en veroordeelt werkgeefster tot betaling van dat bedrag.