Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ werkgeefster
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 11 januari 2024
ECLI:NL:GHSHE:2024:35
Werknemer heeft zich seksueel grensoverschrijdend gedragen jegens een stagiaire. Dit gedrag is (ernstig) verwijtbaar. Ontbinding op de e-grond.

Feiten

Werknemer is vanaf 1 augustus 2018 bij werkgeefster in dienst. Op 4 november 2021 heeft X, stagebegeleidster, aan L, leidinggevende, aangegeven dat S, stagiaire, aan haar heeft verteld dat werknemer handtastelijk is geweest tijdens een autorit vanaf een door hen bezochte cliënt naar kantoor. Per e-mail van 4 november 2021 heeft L aan werknemer bericht dat hij op non-actief is gesteld vanwege een klacht. Per e-mail van 5 november 2021 heeft S het incident aan L gemeld. S heeft een schriftelijke verklaring opgesteld op 5 november 2021 over hetgeen volgens haar is voorgevallen tijdens de autorit op 6 oktober. Onder andere heeft zij verklaard dat werknemer haar herhaaldelijk heeft aangeraakt op haar nek, schouders en been, hoewel zij had aangegeven hier niet van gediend te zijn. Op 5 november 2021 heeft er een gesprek plaatsgevonden met werknemer. Werknemer heeft aangegeven dat S met hem in de auto is meegereden en hij dat achteraf niet – zonder aanwezigheid van een derde persoon – had moeten doen. Werkgeefster heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat werkgeefster is geslaagd in haar bewijs dat werknemer seksueel overschrijdend gedrag heeft vertoond richting de stagiaire. De arbeidsovereenkomst is ontbonden op de e-grond. Werknemer komt tegen de beschikking in hoger beroep.

Oordeel

Het hof acht de verklaring van S geloofwaardig. Uit de verklaring blijkt van het seksueel ongepaste gedrag. De schriftelijke verklaring komt overeen met haar verklaring tijdens het getuigenverhoor. Beide verklaringen worden op wezenlijke onderdelen ook bevestigd door de verklaring van haar moeder, van X en L. Dat de verklaringen op elkaar zouden zijn afgestemd, zoals werknemer stelt, is onvoldoende onderbouwd. Juist is verder dat de verklaringen ‘van horen zeggen’ zijn, maar uit de verklaringen blijkt wel dat S over het incident consistent heeft verklaard. Het hof hecht bovendien waarde aan de verklaring van X, die verklaart dat zij met S in gesprek is gegaan, omdat zij merkte dat S angst uitstraalde en was veranderd. Deze indrukken van de getuige komen het hof authentiek voor en vormen kennelijk de verklaring waarom de getuige zélf het gesprek met S is aangegaan en die indrukken passen bij hetgeen S vervolgens aan de getuige heeft verteld. Aan de tegengestelde verklaring van werknemer wordt gelet op het voorgaande voorbij gegaan. Die verklaring vindt weliswaar enige steun in de verklaring van zijn echtgenote, maar haar verklaring is buitengewoon weinig gedetailleerd over (wat werknemer haar heeft verteld over) hoe de autorit van werknemer met de stagiaire zou zijn verlopen. Dat S leugenachtig zou hebben verklaard om werknemer ‘een loer te draaien’ en ‘wraak’ te nemen, overtuigt niet. S heeft immers niet uit zichzelf een melding gedaan, maar pas nadat X vragen aan haar had gesteld. Ook het verweer dat werkgeefster geen deugdelijk onderzoek heeft verricht wordt verworpen. Het hof is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst terecht is ontbonden. Het handelen van werknemer is bovendien ernstig verwijtbaar. De handelwijze van werknemer is niet alleen seksueel grensoverschrijdend maar heeft zich bovendien gemanifesteerd binnen een machtsverhouding. De bestreden beschikking wordt bekrachtigd.